maandag 25 april 2011

Wanneer men vanaf een berg uitkijkt naar een Japanse stad, kan men het best de regelmatigheid van haar verdeling zien, en levert zij in al haar eenvoud een van de schoonste uitzichten op. De witte muren en zwarte daken doen alles zeer eenvormig lijken, en maken, dat men dit uitzicht met dat van Kaapstad zou kunnen vergelijken, dat door de reizigers die haar op een grote afstand bekijken wel vergeleken wordt met een kaartenhuis.

Omdat de Japanners geen schoorstenen in hun huis gebruiken, kan men het vooral aan de gebrekkige wijze van stoken toeschrijven dat er zo dikwijls brand uitbreekt. Branden hebben hier door de lichte wijze van bouwen nog veel schadelijker gevolgen dan in Europa. Niet zelden verbranden hele straten, wanneer de wind sterk genoeg is, om het vuur over te laten slaan naar belendende huizen, ondanks het feit dat de brandblusmiddelen heel snel ter plaatse worden aangevoerd. Iedere wijkmeester heeft, behalve de pompen en andere gereedschappen, altijd enige emmers met water gevuld staan op een piramidevormige stellage voor zijn huis en tevens een grote hoop zand, waarvan zij zeggen dat het een niet minder nuttig middel voor de blussing van de brand is.

Men zegt dat in de grote steden, vooral in Jedo, vooral mensen uit de lagere klassen zich dikwijls schuldig maken aan brandstichting, om dan gelegenheid te hebben om tot stelen, of om voor zichzelf werk te verschaffen door het opruimen en het opnieuw opbouwen hetgeen snel moet gebeuren en daarom een hoger dagloon beloofd. Het is verbazingwekkend dat zij de moed hebben, om die misdaad te plegen, omdat hiervoor alléén, meer doodvonnissen worden geveld, dan voor alle andere misdaden tesamen, en even buiten de stad de gerechtplaats voortdurend de overblijfselen vertoont van misdadigers die, zonder genade, voor dit feit levend worden verbrand.

Geen opmerkingen: