zondag 17 april 2011

Het feest duurt verschillende dagen, maar de 9de en 11de dag van de maand Kfoeguats [Kuguats] zijn de plechtigste, en dan staan alle bedrijven stil. De geringste koelie is dan als een heer, en in plechtgewaad gekleed, en alle huizen worden met schutsels [panelen] en tapijten versierd, en van buiten met schanskleden behangen, waarachter de vrienden elkaar onthalen, en van 's morgens tot 's avonds feesten met eten, drinken en muziek. Het valt gewoonlijk iedere inwoner om de vijf of zes jaren te beurt, dat zijn straat in dat kostbare feest moet delen, en het is onbegrijpelijk, hoe er zulke grote verteringen goedgemaakt kunnen worden, omdat er slechts enkele stukken van het voorgaande jaar worden gebruikt, maar overigens al wat kleding en opschik betreft, nieuw en van de beste stof wordt aangekocht. Deze godsdienstige plechtigheid wordt dus, even als alle andere, in Japan met algemene vreugde gevierd, doch zo eenstemmig en met onderlinge verdraagzaamheid, lust en orde, dat men met de Japanners moet instemmen, dat de goden niet aangenamer kunnen worden vereerd of gediend; en ik mag er bijvoegen, dat het Matsuri feest zoveel bijzonderheden en verscheidenheid bevat dat een uitvoerige en nauwkeurige beschrijving daarvan de beknoptheid van dit werkje zou overschrijden.

Geen opmerkingen: