vrijdag 6 augustus 2010

Slotopmerkingen bij het Dagregister van Johann Wilhelm de Stürler
door Martien van Oijen

Inleiding
Van 22 december 2009 tot 6 augustus 2010 stond een deel van het Dagregister [= officieel dagboek] van Kolonel Johann Wilhelm de Stürler, opperhoofd van Deshima van 1824- 1826, op de website van het SieboldHuis. De dagregisters van het opperhoofd werden ieder jaar met de terugkerende schepen naar Batavia gestuurd om de autoriteiten aldaar op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op de handelspost in Japan. In Deshima werd een kopie van het dagregister bewaard. De opperhoofden lazen de dagregisters van hun voorgangers nauwkeurig om te achterhalen wat vroeger wel of niet toegestaan was. De Japanners waren erg conservatief in hun omgangsregels. Als iets eenmaal beschouwd werd te behoren tot het zogenoemde “kapittel” (= de gebruikelijke gang van zaken), was het heel moeilijk om te veranderen.
Kolonel De Stürler was van 28 juni tot 12 augustus 1823, samen met Philipp von Siebold, van Batavia naar Japan gezeild. De Stürler maakte als Opperhoofd-gezant de Hofreis van 1826 mee en keerde aan het eind van datzelfde jaar terug naar Batavia. Als opperhoofd was De Stürler verantwoordelijk voor het gedrag van alle “Nederlanders” op Deshima. Von Siebold was echter van mening dat hij een speciale opdracht had gekregen van Gouverneur Generaal Van der Capellen en dat hij daarover geen verantwoording hoefde af te leggen aan het opperhoofd van de handel. Von Siebold was heel vrij in de omgang met Japanners en deed dingen die volstrekt verboden waren (Zo nam hij bijvoorbeeld Japanse jagers in dienst om dieren te kunnen verzamelen). Als gevolg hiervan kwam Von Siebold regelmatig in conflict met De Stürler, die qua leeftijd zijn vader had kunnen zijn.

Het hier gepresenteerde deel van het dagregister ging over de laatste acht maanden dat De Stürler opperhoofd van Deshima was. Op 19 december 1825 sloot hij het dagregister van dat jaar af om het mee te kunnen geven met de naar Batavia terugkerende schepen. Op 20 december begon hij een nieuw dagregister dat eindigde op 5 augustus 1826 toen hij de leiding van de factorij in handen gaf van zijn opvolger G.F. de Meijlan, die op die dag op het eiland was aangekomen.
Tijdens de vijf maanden van de hofreis hadden De Stürler en Von Siebold waarschijnlijk veel meer contact dan op het eiland Deshima; ze aten en sliepen in dezelfde herbergen, baadden gemeenschappelijk in hete bronnen, vierden feest, en maakten ruzie. Als Opperhoofd gezant was De Stürler uiteraard officieel de belangrijkste man. Het opperhoofd was ook de enige Nederlander die de Shogun mocht begroeten (Let wel, op zijn knieën en diep voorovergebogen, zodat ook hij hem niet kon zien).

In het verslag van de hofreis dat Von Siebold publiceerde in zijn overzichtswerk Nippon, schrijft hij het volgende over De Stürler (Uit de vertaling van Van Oijen & Van Oijen, 2005):
“Met de verwachtingen die ik had van de kant van onze gezant, kolonel de Stürler, was het niet zo goed gesteld, want ik moet het met droefheid bekennen; juist de man die op Java zo'n warm aandeel had gehad in mijn missie en haar met zoveel ijver had gesteund, toonde zich nu, in Japan, niet alleen onverschillig of koud tegen alles wat mijn onderneming betrof, maar hij probeerde haar zelfs door een hele reeks hindernissen te verlammen of toch minstens te bemoeilijken.
Ik weet niet of de oorzaak van deze onwelwillende stemming gezocht moet worden in de aanbevelingen van onze regering, die mijn werkterrein verbreed had en mij meer zelfstandigheid in het wetenschappelijke onderzoeksgebied had gegeven, of omdat mijn onderzoek te dicht bij zijn eigen interesse kwam, of zijn plannen doorkruisten, of dat het komt door ziekelijkheid en ongenoegen, veroorzaakt door de minder gunstige uitkomst van zijn voorstellen ter verbetering van de handel.
Hoe het ook zij, mijn uitzending en uitrusting voor een onderzoek van Japan blijft hoe dan ook zijn eerste verdienste en daarvoor wil ik hem hier erkentelijk zijn.
Als de heer de Stürler het mooie doel van zijn eigen bestemming, en de bedoelingen die de regering daarmee had, onwrikbaar voor ogen had gehouden, en met volharding had gevolgd, dan zou zijn verblijf in Japan, zijn missie aan het hof van Jedo, en ook zijn overige stappen ter bevordering van de handel en het verwerven van grotere vrijheden, met het succes bekroond zijn, hetgeen ze ongetwijfeld verdienden; ze hadden dan in de geschiedenis van de Nederlandse handel met dit land een glanzend tijdperk gevormd.”

In Von Siebold’s verslag van de Hofreis wordt De Stürler regelmatig genoemd, meestal naar aanleiding van een incident waarbij Von Siebold zich stoorde aan het gedrag van het opperhoofd.
In het officiële dagboek van De Stürler zijn deze incidenten nauwelijks terug te vinden en Von Siebold of “de Doctor” zoals hij aangeduid wordt door De Stürler, wordt zelden genoemd.

Wie was J. de Stürler?
Onderstaande gegevens over J. de Stürler, gekopieerd uit de Genealogische aanteekeningen van de familie de Stürler, werden mij welwillend toegezonden door Mw A. de Sturler.

“ JEAN GUILLAUME DE STÜRLER, Kolonel in Nederlandsche dienst is geboren te Maastricht den 7 December 1774 en overleden te Parijs den 9 Januarij 1855.
Hij trad als Kadet der Artillerie in dienst in 1788, werd onder-Luitenant surnumerair in 1790 en 2de Luitenant den 27 December 1790. Hij woonde de veldtogten bij van 1793 en 1794 onder Zijne Hoogheid den Erfprins van Oranje. Den 18 Augustus 1793 werd hij door een matte kogel op de borst en den 13 September door een kogel aan de regter heup gewond. Hij heeft in 1795 de dienst verlaten, en in civiele dienst geplaatst, werd hij in 1808 als Inspecteur der Belastingen belast met de organisatie in het Departement van Oost- Vriesland; in 1811 was hij Controleur der Belastingen in het Departement van de Eems; daarna is hij verplaatst als Ontvanger principaal in het Arrondissement Assen, Departement van de Wester Eems.
In 1813 werd hij Kapitein der Artillerie bij besluit van het voorloopig Provisioneel Bewind en was den 24 November 1813 als Kommandant der Artillerie bij de bemachtiging van het fort Halfweg (Haarlem) en tot 1 December 1813 bij de inneming van Muiden en de blokkade van Naarden tot 13 Mei 1814.
In 1815, den 21 Januarij, ontving de Kapitein Stürler de benoeming van Inspecteur der lste klasse bij de Indische militaire Administratie; in 1819, den 25 April, die van Inspecteur met rang van tweede Kolonel en eindelijk in December 1819 die van Kolonel en chef der Oost-Indische militaire Administratie en is als zoodanig gepensioneerd den 3 Mei 1827. Intusschen was hij van 1824 -1826 Opperhoofd van den Nederlandschen handel op Japan.
De Kolonel de Stürler was den 21 Februarij 1797 gehuwd met vrouwe Sibilla Elisabeth van Biesen, geboren den 3 Maart 1774 en overleden den 28 September 1807; den 30 Junij 1816 huwde hij andermaal met vrouwe Willemina Maria Koli, geb. 21 Maart 1790 en overleden den 12 October 1817.”
Er is geen portret bekend van J. de Stürler.

Uit het op de website van het SieboldHuis gepubliceerde deel van het dagregister komt De Stürler naar voren als een goed opgeleid man die veel over heeft voor goede banden met Japanners, maar voortdurend problemen heeft met de tolken die de stoet vanaf Deshima begeleidden. Ook Von Siebold schreef in “Nippon” dat de tolken niet te vergelijken zijn met gewone Japanners, omdat ze bedorven zijn door jarenlange omgang met de Nederlanders en de handel op Deshima.
De Stürler werd drie jaar na zijn vertrek uit Japan, voor zijn aandeel in de kaarten affaire, net als Von Siebold “voor eeuwig” verbannen uit Japan.

De transcriptie
Het handschrift van de Stürler in het dagregister was niet altijd makkelijk te ontcijferen. Ik heb gewerkt vanaf een kopie op film in het Nationaal Archief in Den Haag die ik ter plaatse op een beeldscherm heb bekeken en heb opgeslagen een memorystick om thuis te bewerken. Voor assistentie bij het opzoeken van gegevens en het bedienen van de apparatuur ben ik dank verschuldigd aan de heren Leurdijk en Kanhai.
De taal in het dagregister wijkt af van modern Nederlands. Zelfstandige naamwoorden worden er vaak geschreven met een hoofdletter. Veel woorden hebben een afwijkende spelling (bv Dingsdag en Saturdag), op veel plaatsen is de “ch” vervangen door een”g”. De spelling is niet altijd consequent. Zinnen beginnen niet met een hoofdletter en eindigen niet met een punt. Het lijkt daardoor of de “zinnen” heel lang zijn. Een afbreekstreepje bestond nog niet, terwijl er relatief veel woorden afgebroken werden omdat de schrijfruimte beperkt was tot de rechterhelft van de pagina. Er worden regelmatig afkortingen gebruikt voor veelgebruikte woorden als Opper Rapporteur, Gouverneur, Gouvernement etc. Vaak staat de laatste letter van het afgekorte woord in superschrift.

Er is voor gekozen de tekst zoveel mogelijk over te nemen zoals hij 174 jaar geleden is geschreven. Ook woorden die opgeschreven zijn en daarna werden doorgestreept, zijn opgenomen. Letters die ik niet kon ontcijferen zijn aangegeven met een “x”. Om de tekst wat makkelijker leesbaar te maken, heb ik hem verdeeld in korte zinnen. Woorden die tussen “/:” waren geplaatst, zijn tussen ronde haakjes gezet. Eigennamen van Japanners en Japanse plaatsnamen zijn weergegeven zoals ze zijn opgeschreven in het dagregister.

Leiden, 30 juli 2010

donderdag 5 augustus 2010

Zaturdag 5.

gaven het nieuws op en ik gaf het Gezag aan den Heer Meylan over voor zooveel het wezenlijke van den dienst betreft, doch volgens overeenkomst met denzelven bleef ik uiterlijk voor den Japanezen het Gezag met hem gelijktijdig behouden.

En hiermee wordt het dagregister afgesloten op heden den 5 augustus 1826

woensdag 4 augustus 2010

Vrijdag 4.

Voormiddags komt het tweede Schip ter reede, voor Anker. Het Opperhoofd, de Kapitein en den Ambt Pistorius komen aan Land gaven het nieuws

dinsdag 3 augustus 2010

Donderdag 3.

’S ochtends om half zes Ure wierden sein schoten gedaan van een Schip in het gezigt.
Om 9 Ure gingen de gecommiteerden Burger en Gozeman naar buiten.
De Panoslieden kwamen op Dezima en Omstreeks den middag Ankerde het Schip Alexander [met] Kapt M. Marcussen ter reede, hebbende aan boord de Ambtenaren voor dit kantoor P. Van Outeren, C. Depmar en A. Manuel.De Kapitein en de Ambtenaren komen aan Land en het nieuws wordt opgegeven.
Des Achterniddags kwam het tweede schip De Onderneming [met] kapt Mr H. Lellz bij de Papenberg voor Anker , aan boord hebbende het Opperhoofd G:F: Meylan en de Ambtenaar van deze Factorij V. Pistorius. De Pamoslieden komen aan Land.

maandag 2 augustus 2010

Woensdag 2.

De Onder Raporteur bragt mij heden het op gister vermeld Translaat waarop ik zegde hem te zullen antwoorden. Ik sprak bij die gelegenheid nogmaals over de reparatiën en zegde dat ik den eisch veel te buitensporig vond.

zondag 1 augustus 2010

Dingsdag 1.

De Hr Oppertolk Sinzeimon kwam bij mij bezoeken. Ik vroeg hem mij de kosten op te geven van de Toonborden [?] van de K. [keizer] en andere geschenken en hetgeen ik nog verder aan hem wegens de reis, zou moeten betalen enz. die hij zegde mij eerstdaags te zullen geven.
De Onder Tolk Gonoski kwam vervolgens. Ik zeg hem dat mij het briefje van Tomifatsiro van vooreergister zoo onverstaanbaar was, dat ik er niets op kon antwoorden noch wilde, dat hij daarin sprak van eenen muur, die niets gemeen heeft met de onderhavige reparatiën en dat ik geene zware en ligte maar slechts gewone Komps Teiler kende, die voor derzelver numerieke waarde op Komps rekening wierden verrekend. Hij zegde mij, mij een Translaat te zullen bezorgen wegens twee xxx voorwerp Glazen door den waarn Scriba te Jedo den Keizer aangeboden. Ik zegde hem daarvan verder niets te weten dan dat ik zulks te Jedo uit een Translaat had vernomen doch dat zoodra hij mij het Translaat, daar hij nu van sprak, zou bezorgen, ik daarop zou antwoorden.
Dr von Siebold en de Teekr de Villeneuve naar buiten gegaan wandelen.