dinsdag 12 april 2011

De 12de april hielden wij een zitting voor het college van keizerlijke artsen, welke altoos eenmaal aan de buitenkant, in tegenwoordigheid van de Opperbanjoost worden ontvangen. Zij waren zestien in getal, en hielden ons ongeveer vijf uur bezig met allerlei vragen, meestal over hun vakgebied, en over het algemeen zó beredeneerd, en met wederleggingen op de antwoorden, die onze doctor hun graf, dat deze met recht moest toestemmen dat zijn kunde op de proef was gesteld.

Geen opmerkingen: