zaterdag 31 juli 2010

Maandag 31.

Niets voorgevallen

vrijdag 30 juli 2010

Zondag 30.

De ambtr VOFisScher, Gozeman en Burger met barken naar buiten

donderdag 29 juli 2010

Zaturdag 29.

Ik ging verzeld van den Pakhmr omstreeks 9 Ure naar het Gouvt alwaar het gebruikelijke Compliment aan den Gouvr aflegde, hetwelk eveneens beantwoord wierd, wordende ook den Pakhmr door den Secretaris gelukgewenscht over de goede Orde op Dezima staande mijne afwezigheid gehouden
Namidd: ontving ik een briefje van den Opp Rappr omtrent de reparaties hetwelk mij echter uit hoofde van den verwarrende inhoud onbegrijpelijk was, daar hij een van de Tolken is, die het minste hollandsch verstaat en het slechtste schrijft

woensdag 28 juli 2010

Vrijdag 28.

Om half zes Ure namidd: kwam De Hofreis Ondertolk (Jasiro) mij bekend maken, dat de Audiëntie morgen ten Acht Ure des ochtends bepaald was.

dinsdag 27 juli 2010

Donderdag 27.

Voormidd: kwam de Ond Rappr en de Tolk Jenzi (voor de Opp Rappr) mij de andere berekeningen brengen van den repar: die juist op de helft was gesteld van de vorige (algemeene) dat is $ 125,475 dan daar dat geld genoemd wierd Comps Zware $ en ik naar de betekenis daarvan vroeg, bleek het uit den opheldering die de eerstgend mij gaf, dat zulks slechts eene fictive berekening was en dat ik de volgende som zou moeten betalen, te weten $ 250,95 komp.
Ik was daarover niet weinig bevreemd en toonde den Ond: rappr aan, dat op de berekening van gister waarop $ 66,1 op de helft waren gesteld met (dus) Comps $ 33, 05 zonder verdere omschrijving en daarbij zegde ik hem dat op de voorige berekening die volgens bijzijnde briefjes van den Opp Rappr in Kompsgeld was berekend voor $ 250,95 zonder eenige meerdere omschrijving, dat ik ook slechts eene soort van Komps Teilen kende en geene Zware en ligte zooals hij beweerde dat bestonden en ik verklaarde hem in die berekening niet te kunnen noch willen treden. Hij scheen daarover verlegen en vertrok zeggende den Opp Rappr er over te zullen spreken

maandag 26 juli 2010

Woensdag 26.

Heden xxx voormidd: bragt mij de Wachtgehad hebbende Tolk Jezi een briefje van zijnen Schoonvader den Opp Rappr in antwd op mijnen brief aan hem met eene afzonderlijke begrooting van reparatiekosten van het Dak van de Doren ten bedrage gelijk bij de laatste begrooting van $ 66:1 dus Komps $ 33-0-5. Daar diezelfde post op de vorige begrooting alleenlijk met $ 66,1 was uitgetrokken zonder verdere specificaties of aanduiding van de soort van geld nam ik daaruit aanleiding om aan Jensi op te dragen aan zijn’ Vader eene begrooting te vragen ook van de overige reparatiën met dezelfde berekening van het geld in (half of) Komps geld, hem zeggende dat ik liever alle de reparatiën tegelijk wilde bezorgen.
Namiddags kwam de Onder Rappr mij bekendmaken, dat de Gouvr mij den 29e dezer zou afwachten en vroeg mij tevens of ik alsdan geen belet zou hebben. Ik zegde dat ik de eer zou hebben te gaan.
De Ambtr V.O.Fisscher, Burger en Gozeman zijn dezen namiddag naar den Stad geweest

zondag 25 juli 2010

Dingsdag 25.

Gelijk ook heden niet.

zaterdag 24 juli 2010

Maandag 24.

Niets voorgevallen, alnog geen der Rapporteurs vernomen.

vrijdag 23 juli 2010

Zondag 23.

ik hem in Substantie antwoordde dat daar deze beide opgaven slechts $ 22=4,2 minder dan de vorige waren, die afslag te gering was om daarop te letten en de posten daarop gebracht alnog te buitensporig hoog waren om die te kunnen debatteren. Dat ik slechts omtrent zijne assertie wegens den tijd van het zetten een van den tuinmuur aanmerkte, dat die muur op zijn hoogst twee jaren en vier maanden had gestaan terwijl de bepleistering reeds sedert lange was afgevallen en dat indien die muur die $ 48 gekost heeft, en voor welker reparatie thans
$ 32 (dus 2/3) gevraagd wordt, goed ware gemaakt geweest, die thans niet zou het geene reparatie zou behoeven, dat hij mij voorstelde om te proberen, om door den Kompradoor of eenen andere Timmerman, naar verkiezing, de reparaties te doen verrigten, doch dat hij wel wist dat ik geene verkiezing [=keus] had en dat daarom zodanige proef weinig zou nutten daar mij alsdan misschien nog meer zou moeten gevraagd worden, doch dat ik in de tegenwoordige berekening niet kunnende treden zoo hij mij geen billijke komen bezorgen, ik vooreerst de reparaties hoe nodig anders wel moest laten blijven, of anderszins daarin trachten te voorzien doordat daar ik, zoo lange het dak van de Doren niet gerepareerd was, bij eventuele komst der Schepen niet vermogt de manufacturen daarin te bergen en hem daarom verzocht mij eene billijke reparatie berekening van de reparaties te doen toekomen. --Ik stuurde hem daarbij de berekening van gister terug.
Genzabro de zoon van den op reis naar Jedo door zelfmoord overleden Tolk Dinzeimon geeft mij kennis van zijne benoeming als temporele Vice ondertolk en dat hij bestemd was om in Stede van wijlen zijne Vader naar Jedo te gaan om daar te verblijven.

donderdag 22 juli 2010

Zaturdag 22.

De Klerk Gozeman naar buiten met den Vice Onder Tolk Tokizero Visschen. Alnog geen Rapporteur noch de opgave.
Om bijna acht Ure dezen avond bragt mij de Vice ond. tolk GienSaimon een briefje van den Opp Rappr\met eene zoogend nadere berekening van den Timmerman en eene van den Metselaar van den vorengend reparaties ten gezamenlijke bedragen van $ 3250-9-5 en alzoo slechts $ 22=4,2 minder dan de vorige, waarbij hij de onbeschaamdheid had te zeggen, dat de kwestieuze Tuinmuur over 4 jaren, toen ik hier kwam gezet was, waarop

woensdag 21 juli 2010

Vrijdag 21.

De Schalen nazien, de balansen onderzocht eenige reparaties daar aan gemaakt zijnde door
de Pakhmr en klerk Gozeman waarbij ik op verzoek van eerstgemelde tegenwoordig was.---
Den Smit werden nog eenige reparaties of verbeteringen aan de balansen besteld en de tappen [?] te polijsten waarvan ik de bezorging aan den Pakhmr opdroeg.

dinsdag 20 juli 2010

Donderdag 20.

Ook heden geen der Rappr bij mij gekomen, noch de opgaaf ontvangen.

maandag 19 juli 2010

Woensdag 19.

Geen der Rapporteurs bij mij geweest. Ook de nadere opgave der reparatiekosten niet gekregen

zondag 18 juli 2010

Dingsdag 18.

het bleek dat het Sein zonder grond was geschied.
Voormidd: kwam eindelijk de Opper Rapporteur bij mij. - ik sprak met hem over den schandelijke berekening van zijne Timmerman voor de reparatiën en zegde hem daarom trent onbewimpeld mijnen gevoelen. Er was voor eenen onbeduidende reparatie van het dak en de beschieting van de Doren [pakhuis Doorn] $ 116,15 berekend welke met $ 25 zeer duur zou betaald worden, en voor de reparatiën aan het huis en den tuinen $ 157 waaronder het opnieuw
Bepleisteren van eenen tuinmuur die nog geen twee jaar gestaan heeft en waaraan alle de pleister is afgevallen, was voor meer dan $110 berekend is en die de Timmerman dus onontgeldelijk behoorde te repareren. De Opp Rapporteur vroeg mij hoeveel ik geven wilde. Ik zegde hem daarop geen bod te willen doen,’t en zij mij eene billijke berekening daarvan wierd voorgesteld, en dat ik hem verklaarde dat ik anders de Dorens [?] in den staat zou laten waar in dat pakhuis thans is, doch bij de aankomst der schepen de manufacturen er niet in zou plaatsen en gerust afwachten wat er van de zou worden.
Dat scheen op hem te werken, hij vroeg mij om de begrooting, liet den Timmerman roepen en hield zich alsof hij dezen sprak over zijn buitensporige berekening en zegde mij dat de
muur NB reeds 4 jn gestaan had. Ik zegde hem zeer bedaard dat hij wel wist, dat hij nog geene twee jaren had gestaan, en dat die zelfde (zijn eigene) Timmerman die had gezet.
Hij wilde toen de schuld op den metselaar werpen, doch ik zegde hem dat de metselaar immers slechts een koelie van den Timmerman was, en ik herhaalde nogmaals mijne zoo even gedane verklaring waarop hij de begrooting nam, zeggende, dat hij die nogmaals zou doen nazien en daarmede heenging.
Ik heb door hem den tegenwoordig zijnde Ottona verzocht om bespoediging der herbebouwing van de bottelierswoning hetwelk mij deze beloofde.
Sprak almede nogmaals over het uitdiepen van de Waterpoort

zaterdag 17 juli 2010

Maandag 17.

Welke kennisgave ik alsmede Schriftelijk aan den Gouvr overgebragt. Ik verneem van den wachth Tolk aan wien ik dien brief overgaf dat de Ond Rapporteur niet ziek althans van belang was -- en dat de Zieke Reparatiemr heden ochtend overleden was. – Ik zie wel dat de Tolken, mij trachten in verlegenheid te brengen daar de Schepen spoedig te wachten zijn. om mij te noodzaken de reparatie volgens de begrooting te doen geschieden zoo die voor aankomst der Schepen zullen klaar wezen.
Omstreeks half vijf namidd: kwam eenen bark van Fiseng binnen zeilen, sein doende van de aankomst van een Holl. Schip, doch

vrijdag 16 juli 2010

Zondag 16.

Tot heden de begrooting der Kampsreparaties niet hebbende ontvangen en geen der Rapporteurs sedert den 12 vernomen hebbende, Schreef ik heden den Opp Rappr om mij nog heden die begrooting te bezorgen en tevens dat ik wenschte dat dagelijks een der Rappr Tolken bij mij kwamen dat ik meende dat zulks dienst was
Ik ontbood den Kaiseris en liet hem door den wachth Tolk xxxxx xxxxxx xxx xxxxxx in bijzijn van den Pakhmr vragen, wanneer hij dacht dat de Botteliers woning welke herbouwd wordt zou gereed wezen: Hij bepaalde zulks op eene maand.
Ik zegde hem dat die woning voor de aankomst der Scheepen behoordde klaar te wezen, dat ik mij anders daarover zou moeten bezwaren. Ik verzocht hem dat de Trap die te voren op zij van het huis was, in de midden mogt geplaatst worden. Hij antwoordde daartoe order aan de Timmerman te sullen geven
Terwijl de Kaiseris bij mij was, kwam de Schoonzoon van de Opper Rappr (Jensi) mij namens den Ond Rappr de begrooting der Kamps reparaties brengen, welke zeer gespecificeerd was, doch de enorme som bedroeg van $ 273=37. 
Ik zegde aan Jensi dat hij geen rapporteur was, dat een den Tolken Rapporteurs mij die begrooting had behooren te brengen, en dat hij aan zijn moest Vader zeggen, dat ik wenschte dat een der Rappr dagelijks bij mij kwam en heden, met den timmerman had moeten komen, om over dien begrooting te spreken. Om echter de zaak te doen voortgaan, liet ik den Timmerman roepen, en bood hem de helft van zijnen eisch, hetgeen hij zegde niet te kunnen doen. Ik zegde aan Jenzi, dat hij er zijnen Vader van zou spreken daar ik den zoogend Timmerman slechts als den Koelie van den Opp Rappr en dezen als den aannemer beschouwde, dat ik de kosten der begrooting niet konde beoordeelen dat ik echter wel in zag dat alles vooral de Arbeidslonen buitensporig hoog berekend waren, dat ik het bod van de helft als nog veel te veel beschouwde, dat ik heden antwoord verlangde en anders op eene
andere wijze in die de reparaties zou trachten te voorzien.
Ik ging daar na met den Pakhuismr de beide zoogend kapiteins woningen bezigtigen en vond die in eenen slechten vervallen toestand. Ik droeg den Pakhuismr op om met den meeste
spoed den hoogstnodige voorzieningen tot eene behoorlijke bewoning derzelven te doen en met de minste kosten.
Namidd: gaat den Dr den Zieken Rekenmeester andermaal bezoeken.
De Ambtenaar de Villeneuve geeft mij schriftelijk kennis dat zijn huishoudster zwanger is, dat hij het Kind voor het zijne erkennen zal en als zoodanig daarvoor zorgen zal..—

donderdag 15 juli 2010

Zaturdag 15.

Kwam de wachth Tolk mij zeggen dat de Dr om 4 U 's namidd bij den patiënten van gister moest terugkomen, waartoe ik hem opdroeg zulks den Dr te melden.
Alsnog de begrooting niet bekomen ook heden geen der Rapporteurs bij mij.
Na den eten ging de Dr naar de Stad. -- de Klerk Gozeman verzocht mij mede te mogen gaan, hetgeen ik Toestond.

woensdag 14 juli 2010

Vrijdag 14.

ik bij billet een van hun ontbood. De Ond Rappr Schreef mij dat hij ziek was, doch beter zijnde morgen vroeg zou komen en dat den Timmerman beloofd had heden avond de begrooting der reparatie kosten te bezorgen.
's Namiddags kwam de zoon van den Opp Rappr namens zijnen vader uit naam van den Gouvr verzoeken dat Dr v. Siebold bij eene Zieken reparatie meester moest komen.
Die dan ook kort daarna ging.

dinsdag 13 juli 2010

Donderdag 13.

Niettegenstaande ik bepaald had, dat een der Rapporteurs dagelijks bij mij moest komen, heb ik heden geen van beiden vernomen waarom

maandag 12 juli 2010

Woensdag 12.

Wordt diezelfde Jonk op de reede geboegseerd, drijvend gehouden door ledige Zakken balies en bamboeien De Opp Hofreis bark lost onze goederen. De tot dat einde op Dezima gekomen Hofreis, en een tweede Opper en de drie Hr Onderbanjoosten, de Tolken enz. worden bij mij op Jap: eten en Zakki onthaald, waarbij de Pakh mr, de Dr en den waarn Scriba tegenwoordig zijn.
Bij dien gelegenheid herinner ik den tegenwoordig zijnde Ottona, dat voor de Waterpoort moet gebaggerd worden en zet den Ond Rappr aan om mij Spoedig de begrooting voor den Timmerman van de gister opgenomen Kamps reparaties te bezorgen.
Kreeg heden de notitie *van den klerk Gozeman* daarover.

zondag 11 juli 2010

Dingsdag 11.

Ik spreek met den Hr Opp Tolk Sinzeimon over het lossen der HrBark. Hij zegt mij dat eerst de Stadsgoederen moeten gelost worden maar dat hij zal vragen om de levende dieren hierbij te ontschepen die ook grotendeels aan land worden gebragt.
Met den Pakhmr: V O F[= Van Overmeer Fisscher], den Klerk Gozeman, den Ond Rappr en den Timmerman van Den Opp Rappr de reparaties aan den kampsgebouwen opgenomen.
Den Goederen der Chin Jonk die wij bij Kambarra hebben zien liggen en die op haar reis herwaarts bij Firando verongelukt is gestoken [?] heeft, worden in drie Japanse barken aangebragt.

zaterdag 10 juli 2010

Maandag 10.

De Hofr. Bark komt ’s midd aan. [Ik] ontbood den Ond Rappr om over de lossing te Spreken.—ontbood tevens den timmerman tot de opnamen der repar: aan de Kampsgebouwen de De nieuw aangestelde xxxxxxxx Tolk xxxx particuliere Tolk Kawa barra Hese joro geeft mij kennis van zijn benoeming
Den Ond Rappr komt namiddags doch door een misverstand van eenen mijner Jav. Jongens vertrekt hij weder en laat een briefje achter dat hij morgen vroeg zou komen. Ik schrijf hem een briefje daarover

vrijdag 9 juli 2010

Zondag 9.

Rusten heden uit.

donderdag 8 juli 2010

Zaturdag 8.

Ontving van den Pakhuismr de verzegelde Sleutels terug van de Kamferhouten Kist benevens die van het brandvrije Pakhuis.--die mij ook overhandigde zijne gehouden en hieronder volgende

Aantekeningen gehouden Te Japan, gedurende de afwezigheid van den W Ed Gestr Hr J.W. de Sturler, Opph van den Nederl: handel alhier, in gezantschap naar den Hoofdstad van dit Rijk, door mij ondertekende J. F. van O: Fischer Pakhmr dezer factorij
Insuratur

Voorts overhandigde ik aan den Onder Rapporteur ter behandiging aan denGouvr eenen brief waarbij ik dezelven bedankte voor de toestemming tot den Hofreis en tegelijk Audiëntie verzocht om hem mijn Compliment te maken

woensdag 7 juli 2010

Vrijdag 7.

Overhandigde ’S ochtends vroeg [bij] ons vertrek 689 ¾ Kobangs in Specie aan de Kompradoor nadat dat Geld door de Banjoosten`was verzegeld geworden. –
Gingen vervolgens van daar, de Pakhm: en de twee andere Ambtenaren kwamen ons te gemoed en wij kwamen omstreeks 10 U: voorm: te huis aan.
De Opp banjoost kwam en ik bedankte hem volgens gebruik. –

dinsdag 6 juli 2010

Donderdag 6.

te Jagami.

maandag 5 juli 2010

Woensdag 5.

te Omura - waar [we] de stad doorwandelden.

zondag 4 juli 2010

Dingsdag 4.

te Orezano.

zaterdag 3 juli 2010

Maandag 3.

te Oziets.

vrijdag 2 juli 2010

Zondag 2.

te Taziro

donderdag 1 juli 2010

Zaturdag 1.

Vervolgden onze reis en kwamen heden te Itsoeka.