zaterdag 9 april 2011

De 9de gingen wij in de zelfde orde als de 6de, uitgezonderd dat wij nu in het zwart gekleed waren, ter afscheidsaudiëntie bij de Keizer en de Kroonprins, waarbij het Opperhoofd de gewone geschenken van zijden geschenkrokken ontving, en bovendien een buitengewoon geschenk van 120 schuitjes zilver die samen een waarde van 500 theilen hadden. Ook weerde aan onze gezant bij de Keizer enkele reglementen voorgelezen, die wij in ons verkeer met de Japanse natie moeten nakomen, en nadat dit plechtig gehoor was afgelopen, ontving het Opperhoofd in het logement de gezanten van de Rijksraden, Tempelheren, Gouverneurs, enz., die in naam van hun heer en meester's afscheid kwamen nemen, en kwamen bedanken voor de aangeboden geschenken. Als tegengeschenk boden zij ons elk enkele zijden kabaaijen aan, die echter van een mindere kwaliteit waren dan die welke door de Keizer geschonken werden.

Geen opmerkingen: