maandag 4 april 2011

4 april [27(8)]
De Opperhoofds dienaren van Decima, die allen Hollands verstaan, zijn meestal onze onderhandse tolken, en bij zodanige gelegenheden grote Heren, omdat de Landsheren en andere hoge personen, die aan de binnenkant komen, zich eerder van onze dienaren dan van de gouvernements-tolken bedienen. Meestal komen die grote Heren laat in de avond, en zij maken zich niet als zodanig bekend voor de volgende dag, wanneer zij een van hun Secretarissen sturen met een geschenk, om voor de ontvangst te bedanken. Men maakt dan ook bij een dergelijke gelegenheid niet de minste plichtplegingen, en zij komen dikwijls in linnen- of gewone burgerkleren, zoals ook met mensen uit hun gevolg, die, wanneer de Prins echt vergenoegd en vrolijk is, zeer vertrouwelijk worden, en alles opschrijven wat zij van ons verhaal, of de inlichtingen die zijn vragen, willen onthouden. Zij zijn altijd minzaam, onderhoudend en onvermoeibaar in het stellen van allerhande vragen, meestal over onze Europese kunsten, wetenschappen, zeden en gebruiken, of de ligging en regering van Holland en onze Indische bezittingen. Maar zij reppen nooit over hun eigen staatkunde.

Geen opmerkingen: