woensdag 30 april 2008

30
Ik stel het opperhoofd officieel in kennis van het feit dat de Keizerlijke doctoren besloten hebben om Z. M. de Keizer toestemming te vragen voor mijn langer verblijf in Edo. Ze brengen de hele dag bij mij door.

dinsdag 29 april 2008

29
Komen de Keizerlijke doctoren bij me.

maandag 28 april 2008

28
Men brengt een otterhuid rako genoemd van het eiland Rakosima bij Entrop. – Men vraagt er 70 kobang voor. Deze otters zouden bijna 6 voet lang worden, deze huid was 4½ voet.


Otter uit de verzameling van Siebold, collectie Naturalis

zondag 27 april 2008

27
Vaccineer weer twee kinderen. – ’s Avonds een privé bezoek van de vorst van Nakats. We brengen de avond vrolijk door met muziek, gezang, en op speciaal verzoek van de Prins een dans uit de Alpen, toen Dr Bürger een eccosaise gedanst had, maakte de vorst de naïeve opmerking “Hollanders dansen met hun voeten, Japanners daarentegen dansen met hun handen” een zeer gefundeerde opmerking over de dans bij Japanners en Chinezen.


Een koto, getekend door Kawahara Keiga, collectie Volkenkunde

zaterdag 26 april 2008

26
Ik heb me vandaag voorgenomen een operatie aan een hazenlip bij een pasgeboren kind te doen en vaccinaties bij 3 kinderen. NB met oud vaccin, alleen om te laten zien hoe het moet worden gedaan. Kreeg veel waardering van alle aanwezige Keizerlijke artsen. Hun stemming voor mijn langer verblijf hier is zeer goed.

vrijdag 25 april 2008

25
Er komen verschillende Keizerlijke lijfartsen; onder andere de K. oogarts – laat boeken zien over en instrumenten voor oogheelkunde, demonstreerde enkele malen het effect van Belladonna op de verwijding van de iris, de opvallende uitwerking veroorzaakte grote verwondering. De K. botanicus Suigen laat me verschuillende rollen met afbeeldingen van planten zien – een verzameling van de meeste Japanse en Chinese vissen en prachtige afbeeld[ingen] van Japanse crustaceeën. Bijvrouwen van de landheer van Satsuma consulteerden mij.


Rolschildering door Kawahara Keiga, collectie Volkenkunde

donderdag 24 april 2008

24
Veel bezoek, ’s avonds de Keizerlijke astronoom.

woensdag 23 april 2008

23
De Keizerlijke artsen, brengen de hele dag bij mij door. – ze vertellen mij, eerst in het geheim, over hun wens, dat ik enige tijd in Jedo zou mogen blijven en leggen een plan voor om dit op gepaste wijze gedaan te krijgen van de Keizer. Men verzoekt mij een uiteenzetting te geven over de kinderpokken en de pokken waarbij ik van de gelegenheid gebruik maak een plan voor de invoering van deze grote weldaad [van de inenting] in Japan naar voren te brengen. Ik beloof dat ik het vaccin zelf uit Batavia zou ophalen om het hier in te voeren als ik de opdracht daarvoor van de keizer zou krijgen.

dinsdag 22 april 2008

22
Krijg van de opperbanjoos verschillende zeldzame planten. Deze man is mij zeer gunstig gezind. – Ik geniet alle vrijheid en kan tamelijk openlijk werken ook aan wetenschappelijke onderwerpen die vroeger streng verboden waren om te bewerken, en zo ongestoord met onze oude vrienden de bewerking van de taal van Jezo, geografie en dergelijke ter hand nemen. Ik geef de opperbanjoos en drie onderbanjoos een kostbaar geschenk van glaswerk en porselein.

maandag 21 april 2008

Vrijdag 21
Ik breng al verschillende ochtenden met onze oude vriend M. Toknai door met de bewerking van de taal van Jezo (samenvatting daarvan in de oorsprong van de Japanners). De audiëntie wordt uitgesteld omdat een zoon van de Keizer[lijke] familie is overleden. Bezoek van de keizerlijke acupuncturist J. Sotets en andere artsen e.d.


Japanse mediche instrumenten, uit Nippon

zondag 20 april 2008

Donderdag 20
Ik heb voor vandaag een lezing voorbereid over de anatomie van het oog en de leer van de meest gebruikelijke oogoperaties; de keizerlijke artsen wonen de lezing zeer belangstellend bij. – De operatie voer ik uit op een zwijn dat de artsen mij als geschenk aanboden. – een zeldzaam gerecht hier in Edo. ’s Avonds een aardbeving, en ook om 3 uur in de morgen en bij het aanbreken van de dag tamelijk lang, 20 seconden aanhoudende aardschokken. Aardbevingen komen hier vaak voor, wel 10 maal per jaar, maar ze zijn hier niet zo sterk dat huizen ervan instorten (beschrijving van de aardbeving bij de uitbarsting van de vulkanen op Simabara). –


Tam zwijn uit Japan, Siebold collectie, collectie Naturalis

zaterdag 19 april 2008

de 19de
Bezoek van de Keizerlijke doctor Botanicus, hij laat doorschemeren dat er een gunstige stemming is voor mijn plan – ’s avonds komt de vorst van Nakatsu bij ons.

vrijdag 18 april 2008

De 18de
Krijgen bezoek van de Keizerlijke astronoom die ook een begunstiger is van Europese wetenschap.


Krater van de Fuji met een sterrewacht. Uit: Nippon

donderdag 17 april 2008

de17de
Brengen de avond door met de Keizerlijke artsen Katsuragawa vulgo Botanicus en Gentaku – de lijfartsen van de landvorst van ….. twee grote vrienden van de Nederlanders en de Europese wetenschap.


Japanse artsen, door Kawahara Keiga, collectie Volkenkunde

woensdag 16 april 2008

16de
Dies sane calculo candidissimo notandus – Japonensis nomine Mogami Tokunai, per biduum nostram quasitus societatum se mathesi cetersque huic annexis scientiis exhibuit nobis eruditissimum virum. Expositis diversis proplematibus matheseos chinensis japonicae ac europaeae nobis sub sa[n]ctissimo sigillo silenti mappas quasdam oceanum Jezoensem, ac Insulae disputatae Karfto adperuit mihique per tempus aliquot ad usum praebuit, Thesaurum sane ditissimum.


Mogami Tokunai, uit Nippon

[Vert: Bepaald een dag met een gouden randje- een Japanner met de naam Mogami Takonai, die gedurende twee dagen ons gezelschap had gezocht, betoonde zich een zeer ontwikkeld man in wiskunde en de overige, daarmee samenhangende wetenschappen. Nadat hij ons diverse vraagstukken uit de Chinese, Japanse en Europese wiskunde had uitgelegd, toonde hij ons onder absolute geheimhouding een paar kaarten van de zee van Jezo en van het omstreden eiland Krafto en gaf ze mij een tijdje te leen - absoluut een heel rijke schat.]

dinsdag 15 april 2008

Zaterdag 15 april.
’s Avonds een feestelijk bezoek van de landheren van Nagats en Satsuma, krijgen mooie geschenken. De vorsten brengen het grootste deel van de avond bij mij door, zich onderhoudend met muziek, gezang, boeken, instrumenten en dergelijke. De oude landheer vraagt me of ik hem vanaf nu wil beschouwen als een van mijn leerlingen in de natuur- en medische wetenschappen, en voor hem een korte samenvatting wil maken van de behandelingen van de gevaarlijkste Japanse ziekten. Hij brengt een vogel mee, waarvan ik, op zijn verzoek, gelijk een balg maak, hetgeen de grijsaard zeer veel plezier deed.


Passer montanus (L), collectie Naturalis

– Ik bied de vorst een kostbaar geschenk aan (porselein en bijouterieën, een caleidoscoop etc.) die hij in dank aanvaardde; de oude vorst gaf mij hierop zijn eigen waaier die hij zelf eens van de Mikado als geschenk had gehad. De beide vorsten hadden mij vroeger al eens geconsulteerd – voelden zich nu veel beter. – De bijvrouwen van deze heren, waaronder zich de moeder van de huidige Keizerin bevond, waren zelfs ook meegekomen en wij boden hen onze resterende Europese galantheid om ze te onderhouden. Ik speel gitaar – fortepiano – we dansen. Ik had de eer geconsulteerd te worden door een van de voornaamste van deze vrouwen, die een verharding in haar rechterborst had. Men had er bezwaar tegen dat ik die ontbloot zou onderzoeken, maar ik volharde in mijn standpunt dat ik als vrouwenarts die vrijheid moest hebben en had het geluk als eerste Europeaan de borst van een Japanse vorstin te mogen aanraken.

maandag 14 april 2008

Vrijdag de 14de april,
Doen lengtewaarnemingen, maar konden, omdat de zon al te hoog stond, geen middaghoogte nemen met de kunstmatige horizon, besluiten daarom de berekening van de breedte (graad) uit te stellen tot in de middag. In de namiddag veel bezoek van Japanners. Een deputatie van de landheer van Satsuma – de opperbanjoos. Enkele voorname zieken.

zondag 13 april 2008

De 13de


Herbarium van Katsuragawa Hoken, collectie NHN

Veel bezoek van Japanse vrienden – doktoren, ik krijg veel gedroogde planten met name van Katsuragawa en W. Joan . Beiden hebben uitstekende opleiding gehad.


Lathyrus, collectie NHN

zaterdag 12 april 2008

de 12de
Wij krijgen in de ochtend een groot geschenk van de landheer van Satsuma bestaande uit stoffen, levende vogels, en planten die Japanners mooi vinden, alles op een zeer elegante manier geordend.
‘s Avonds komt de Vorst van Nagats totaal incognito bij ons en blijft tot 12 uur ’s nachts genieten van muziek, gezang, en dans, kortom wij zochten en boden alles aan om hem gezellig bezig te houden en we genoten echt heerlijk met een glas goede wijn zelfs in mijn woonkamer. Zeer bijzonder was zijn oordeel over de Europese dans, die hij met de volgende woorden met de Japanse vergeleek “Hollanders” zei hij, “dansen echt met hun voeten, Japanners daarentegen met hun handen”


Biwa

vrijdag 11 april 2008

De 11de
We kregen bericht dat de prins van Nagats ons ’s avonds zou bezoeken: en richten daarom alles op Europese manier in voor zijn ontvangst. Hij was in ruste, hoofdzakelijk vanwege de reden de Hollanders, wier vriend hij al sinds 30 jaar is (en enkele afdelingen van zijn paleis zijn helemaal naar Europese smaak ingericht) persoonlijk beter te leren kennen: (want anders mag een landvorst met ons persoonlijke contacten hebben): We brachten met deze vrienden van ons heel genoeglijk de avond door in een heel ongedwongen sfeer – De lijfwacht Pieter van Stolp – De heer van Gülpen, de Keizerlijke suikerbakker, een gunsteling van de vorst, en Keit – de kamerheer van de vorst. Ieder speelde op een voortreffelijke wijze zijn eigen rol, in ik kon het niet nalaten in het Frans tegen onze gezant te fluisteren dat dit het meest originele blijspel was dat ik in mijn leven had gezien. Stel je deze Japanners eens voor die met hart en ziel verknocht aan alles wat Hollands is, onderling en met ons converseren in gebroken Nederlands. Waarbij het harde lachen van de aangeschoten lijfwacht, en de beleefde met overdreven aandachtigheid begeleidde dialoog van de uitgedroogde, helemaal kaalgeschoren en tandeloze van Gulpen met de ernstige, door nieuwsgierigheid vriendelijk gestemde vorst versmolten in een schitterende groep die wij nog stimuleerden in een kostuum ontleend aan een meer dan honderd jaar oude mode, stijf aan hun zijde zittend, en de kamerheer, een zeer geschikte en in de Nederlandse taal zeer ervaren man, naast zijn heer de dienaar spelend. Hierna bezocht ook de vorst ons. Voor de ontvangst van deze begunstiger hadden we onze woonkamer door instrumenten, boeken e.d. ingericht als een wetenschappelijk museum.
Het was met name mijn fortepiano die buitengewoon goed in de smaak viel bij de prins, naast de chronometers, de microscoop e.d. instrumenten. Doorgaans was de vorst van alles goed op de hoogte, en hij verraste ons met het tonen van verschillende uurwerken, waaronder een klokje uit Frankrijk volgens het decimale systeem en een metaalthermometer, compensatie, thermometer en dergelijke. Hij genoot zeer van het avondeten en verliet ons diep in de nacht.

donderdag 10 april 2008

Maandag, de 10de april
In Galakleding trekken we al om 6 uur de keizerlijke residentie tegemoet. Gaan over de Rokugawa rivier, dan naar het noordoosten door vlak, aan beide zijden met rijstvelden bebouwd land, waar ik enkele zwarte kraanvogels zag.


De Eitai brug in Edo, uit Nippon

Het weer begunstigt onze feestelijke intocht maar weinig, en hevige regen hield ons in onze norimono van waaruit het zelfs het uitzicht op de nu aan de oostelijke horizon nog zacht golvende baai onmogelijk maakte: Lichte elzenbossen beschaduwden de hier en daar de onder water gezette velden langs de dorpen Hatsimanstuka, Omuri, Kamatamura, waar de handel in vis, etenswaren en andere kleine benodigdheden voor de stroom van reizigers die op weg waren naar de residentie, de bewoners een goed levensonderhoud schijnt te verschaffen. Paarden beladen met kleine langgerekte bamboekorven waarin vissen verpakt waren, tonen aan dat er handel gedreven wordt met de stad. In het dorp Omuri (dezelfde naam als het vorige) waren vanuit Edo de vorsten van Satsuma en Nakats aangekomen om ons hier te op te wachten en zo in de gelegenheid te zijn ons te leren kennen; wat hen tot nu toe mislukt was door hun rang en stand. Deze hoge begunstigers van de Nederlanders verbleven in de herberg waar het gezantschap gewoonlijk wat uitrust, en na een kort verblijf in de voorkamer hadden wij de eer onze opwachting te mogen maken bij deze hoge heren. Beide heren en een prins van Satsuma ontvingen ons bijzonder vriendelijk. Nadat we op de Japanse manier onze complimenten gemaakt hadden, vroegen zij ons te gaan zitten op stoelen die men intussen in de kamer had neergezet. Bijzonder spraakzaam was de vorst van Satsuma, een 84 jarige grijsaard die men hoogstens 65 jaar zou geven, omdat hij nog helder van geest was en beschikte over een krachtig lichaam. Tijdens het gesprek gebruikte hij af en toe Nederlandse woorden, en vroeg hij de Nederlandse naam van verschillende zaken. Na het beëindigen van het gesprek met de gezant wende hij zich, mij bij mijn naam noemende, tot mij met de woorden dat hij een grote vriend van dieren en dergelijke natuurproducten was en dat hij graag van mij zou willen leren hoe viervoetige dieren, vogels en insecten, gebalgd en opgezet moeten worden, waarvoor ik hem graag mijn diensten aanbood. Hierna liet hij mij zijn linkerhand zien waaraan hij kort geleden een belroos [een huidziekte met blaasjes] had gehad. Een nog open wond was verbonden met Mennigzalf. Ik gaf een uiteenzetting over het ondoelmatige gebruik ervan zonder zijn aanwezige lijfarts in verlegenheid te brengen, en ik schreef een recept voor de benodigde middelen, waarbij ik aanbood om ze bij de eerst mogelijke gelegenheid te overhandigen.
Ik zat net op de Japanse manier voor de grijsaard, toen de vorst van Nakats mij bij de hand nam en duidelijk de Nederlandse woorden sprak: “Kom bij mij Doctor Siebold. Ik dank voor de ontvangen brief en geschenk” en hij knoopte met behulp van een tolk een breedvoerig gesprek aan, vroeg naar mijn zakchronometer waarvan hij, als bijzondere vriend van uurwerken, al eerder had gehoord, bekeek mijn epauletten en vroeg wat ze betekenden. lk verklaarde listig dat ze enkel dienden als een teken van mijn rang. Maar opzettelijk had ik aan de linkerkant van mijn uniform het degentuig bevestigd, om een gelegenheid te vinden om de grote heren te laten erkennen dat het dragen van een degen passend is voor ons, en toen hij nieuwsgierig naar dit hem vroeger niet bekende teken vroeg, zei ik, dat het tuig van mijn degen was, dat ik omgehangen had ter herinnering aan het feit dat ik altijd een degen moest dragen in dienst was van Zijne Majesteit de Koning. Intussen werden er confituren en gebak geserveerd voor de hoge heren en tijdens onderlinge gesprekken kregen wij de eervolle toezegging dat ze mij tijdens mijn verblijf in Edo in het geheim zouden bezoeken waarvoor wij ons aanbevolen.
We werden daarna verder gedragen langs het strand, waarin, tamelijk ondiep doornstruiken waren gestoken voor de mosselvangst. We komen door Omura- Ohagashima en tenslotte om 10 uur in Simagawa, waar wij wat uitrusten. Enkele vrienden van de Hollanders uit Edo waren hierheen gekomen om ons te verwelkomen, ook hadden de bekende Keizerlijke artsen vulgo Botanicus en Woedagawa Joan en andere vrienden mij laten begroeten door hun leerlingen.


Udagawa Yoan

Uitzicht op de baai van Edo. Ver liggen veel schepen voor anker. Maar de door de aanhoudende regen bewolkte lucht benam ons al het verdere uitzicht. De landweg voerde nu weer N, dan weer enkele graden meer of minder NO, maar voor Takamura NW. De straten werden langzamerhand breder en, terwijl ze elkaar tamelijk regelmatig kruisten, waren ze met tussenruimten van circa 170-18- passen gescheiden door houten deuren en palisaden en kleine wachthuizen. Voor ieder huis zag ik regentonnen, vaak zeer kunstig van gietijzer gemaakte reservoirs, en in iedere afzonderlijke straat grote van staketsels voorziene waterhouders. De huizen waren voor het grootste deel nieuw en goed onderhouden, twee verdiepingen hoog en de daken bedekt met zwarte tegels. Alles leefde op straat en omdat Japanse huizen allemaal (de grote, door poorten en voorhuizen besloten huizen van de hogere standen en de paleizen van de adel uitgezonderd) in de onderste verdieping helemaal open staan, zag men bijna iedereen bezig met de voorbereidingen van het middagmaal. – Een contrast met Europa, waar de woningen gewoonlijk van de buitenwereld zijn afgesloten. We waren zo, eigenlijk zonder een scherpe overgang, van de eerder genoemde plaatsjes naar de eigenlijke stad te hebben gemerkt, in de residentie zelf aangekomen, en het feit dat we dieper in de stad doordrongen was alleen te zien aan de grotere gebouwen, en de drukkere straten waar nu aan beide kanten winkels prijkten. Met name zag ik porselein en aardewerk, ijzerwinkels (gietstaven en bewerkt ijzer), grote stoffenzaken (opbrengst dagelijks 500 en verschillende dager per week 1000 kobang; de grootste hebben 700 man in dienst), houten schoenen , schrijfmateriaal en tekengereedschap, zonnen- en regenschermen (Payon), gemaakte kleding voornamelijk japonnen, broeken, reiskleding e.d. en manden en andere dingen van bamboe, dameskleding, boeken, landkaarten, houtblokafdrukken en, prenten, rijst, papier, thee, messen e.d., poppen, sabels en ander wapens, lakwerk, metalen spiegels, tabaksgerei, haarsieraden van schildpad e.d., dun glas, sake, maskers, kinderspeelgoed, gedroogde vissen, beelden van Goden en grafzerken en dergelijke religieus geestelijke zaken, lantaarns, theegerei, groene thee, rookwerk, regenkleding, gezouten vruchten, olie, gedroogde vruchten groenten, apotheken, silver- en goudvissen levend in witte dunne glazen, theekannen, beeldensnijders, matten en vloerkleden van stro, paardentuig, paddenstoelen, strotouwen, kleine restauraties, boeketten van bloemen en levende planten, verse vis, bijouterieën, hier karren met hout door mensen getrokken (Dit alles zag ik terwijl wij er snel langs trokken.)
Om 20 minuten over een komen wij aan bij ons logeeradres.


De draagstoel van Siebold, getekend door Kawahara Keiga, collectie Volkenkunde

Na onze aankomst kwam een deputatie van de in Edo verblijvende gouverneur van Nagasaki naar ons toe, twee opperbanjoosten, die de gezant op een zeer stijve manier een brief overhandigden, die een gelukwens voor onze goede aankomst in de residentie bevatte en de opdracht alles te behandelen en ons te gedragen zoals het voorgeschreven was – hetzelfde gaven ze de onderbanjoos – (tolken) – Tolken en de waard, waarop ze zich na een kort onderhoud verwijderden. – Een andere afvaardiging volgde, enkele van de in Edo achtergebleven beambten van de in Nagasaki regerende gouverneur; en hierna de afgevaardigden van de opperfinanciën-raad, waaronder de buitenlandse handel valt.

woensdag 9 april 2008

Zondag, de 9de april.
Met hevige plensregen vertrokken we 's morgens uit Fusisawa; trokken door de dorpen Todsuka etc. en hielden middagpauze in Kakagawa. - Kwamen hierna dicht langs de zee waar we uitzicht hadden op Kaap Hume en Kaap Isu, waartussen de baai van Edo ligt. In het dorp Hemina zagen wij een getemde beer - pikzwart - de kleine spitse kop met een diepe groef van voor naar achter over de schedel - de snuit kort en spits, aan beide zijden bruinachtig, niet meer dan vier voet lang, en vormeloos dik, 18 jaar oud, 17 jaar in gevangenschap, getemd, kon verschillende kunstjes, was zeer tam. Eet alleen groenvoer.


Japanse beer, collectie Naturalis

- komen om 6 uur aan in Kawasaki - de waard uit Edo. - enkele doktoren komen ons hier bezoeken.


Japanse dokter

dinsdag 8 april 2008

Zaterdag, de 8ste april.
In de ochtend verlaten wij Odowara, een tamelijk groot stadje met aan beide zijden torens en een wacht. Weinig winkels, veel publieke huizen van waaruit schoonheden in losse ochtendkleding ons oplettend bekeken.


Japanse schoonheid, getekend door Kawahara Keiga, collectie Volkenkunde

Wij reizen langs de zeekust O.N.O., af en toe met uitzicht op de hoge zee. Nu gaan wij over de Sakanogawa rivier die zich hier normaal gesproken over een brede, met rolstenen bedekte, bedding in zee stort, maar die nu vernauwd was tot twee armen. De over de rivier gelegde brug is ruw en opgebouwd met liggers met daarover gelegde balken, stro, sparrentakken en rotsgruis. Deze bruggen zouden ook in oorlogstijd in Europa over niet te brede rivieren te gebruiken zijn. Schaduwrijke lanen van sparrenbomen voerden tot aan Oiso, waar wij een middagpauze hielden. Het landschap is van hier naar de kust toe helemaal vlak. De dorpen hebben weliswaar een goede voedselvoorzienig uit de visrijke zee, maar de meeste inwoners lijken ondanks de drukbezochte hoofdweg die erlangs loopt, toch in geringe welstand te leven. In het dorp Jamata werd juist op dit moment Matsuri, dat betekent kerkwijding, gevierd en wel van de Hatsiman tempel. Bij Taniowura gingen we met bootjes over de gelijknamige, tamelijk brede, maar ondiepe rivier, waarvan de oever aan de zee kant bedekt was met meeuwen.


De Japanse meeuw, uit Fauna Japonica

De bootjes waarmee wij overgezet werden, lijken veel op die van de Vaderlandse Rijn. Er zijn grote verschillen tussen de rivierschepen van de Japanners, hetgeen bijzonder opvalt gezien de gelijkvormigheid van alle gereedschappen die in Japanse gebruikt worden. De bootjes lijken al naar gelang de snelheid en de diepte van de rivier plat of hoog gemaakt te worden.
De beplanting van de velden was hier niet bijzonder. Enkele rijstvelden werden afgewisseld met en onderbroken door andere graansoorten en bloeiende rapen en kleine stukken bos. De hoofdweg was hier zeer levendig en ik zag hier meer bedelaars dan gewoonlijk.
– Meisjes van 6 tot 12 jaar maakten ter vermaak niet erg decente buitelingen – twee arme dragers liepen alleen gekleed in een hemd, anderen waren slechts gehuld in hun slaapkleding en weer anderen waren helemaal naakt. Dicht bij ons reed een soldaat van een landvorst, verderop liep een ijlbode met de brief in een stok geklemd, om kort te gaan, aan alles was te merken dat we dicht bij een grote residentie kwamen. We stopten onderweg weinig en kwamen daarom al vroeg aan in Fuzisawa, waar we helaas moesten overnachten in een bordeel, omdat de grootste en de beste hotels bezet waren door voorname gasten. Hier hoorden we dat we overmorgen, bij Kawasaki, bezoek zouden krijgen van veel vrienden uit Edo, waarbij ook de echte Prins van Nasgats zou zijn.

maandag 7 april 2008

7 april.
Al tegen vier uur begon men aanstalten te maken om te vertrekken; we verlaten in de ochtendschemer ons nachtverblijf, en na korte tijd kondigt de opgaande zon ons een heldere dag aan. Bij het dorp Misima besloot ik, met Dr. Bürger onze norimono te verlaten en met het benodigde gereedschap snel voor de stoet uit te lopen om wat tijd te winnen voor onderzoek. Men kan zich makkelijk voorstellen dat we bij zo‘n haastige tocht door dit 9 tot 10 mijl lange, interessante gebergte moesten proberen ieder ogenblik te gebruiken om de nog opengelaten gaten enigszins op te vullen, omdat we anders nauwelijks de mogelijkheid zouden krijgen om ook maar enkele passen van de grote landweg in de bergstreek te gaan zonder van de stoet los te komen. In het zojuist genoemde dorp bezichtigden we een keurige Shinto tempel Dai Mioosin en vervolgden onze bergtocht langs weggetjes met hoge sparrenbomen die afgewisseld werden door boerendorpjes en kleine bossen, waar wij door de Japanse nachtegaal begroet werden met een volle, maar in vergelijking met de Europese nachtegaal korter en ruwer liedje.
Een diepe holle weg voerde naar het gebergte, dat hier, naar de berm van de weg te oordelen, bestond uit doorgaans lage sparren, cipressen, Thuya’s, hier geboren Ilex, linden, doorvlochten met varens en, nu nog verdorde, grassen.


Ilex sp.

Kleine zijpaadjes die hier en daar van de landweg af gingen, slingerden zich door het struikgewas ernaast en boden voetgangers en lastpaarden een zachtere weg. Ik liep telkens deze paadjes op om levende planten voor de botanische tuin te verzamelen, terwijl Dr. Bürger in de diepe holle weg de aan de oppervlakte liggende gesteenten onderzocht.
Op afstanden van ongeveer een halfuur van elkaar verwijderd zijn hutten gebouwd, waarin men zich kan verfristen voornamelijk door een met rijst gekookte geestrijke drank genaamd amasaki die men de vermoeide voetganger aanreikt. Het reizen door Japan wordt door dergelijke overal aanwezige restaurants zeer vergemakkelijkt en dit nog meer, omdat de etenswaren zeer goedkoop zijn. Hoger op de berg geklommen, werd de bodem daar ter plaatse slechts met dor lang gras bedekt.


Hakonegebergte, uit Nippon

Tijdens het omhoog klimmen dat zeer gemakkelijk ging, genoten wij van een prachtig uitzicht op de achter het Fakonegebergte in het oog springende kegelvormige, schitterende Fusiberg, die nu veel hoger leek dan een tijdje geleden.


Berg Fuji, uit Nippon

Op sommige plaatsen was de weg voor de zwaarbeladen paarden zeer moeilijk begaanbaar door de vele als in straten gelegde stenen die zeer glad geworden waren door het schuren van de stroschoenen (want paarden en mensen hebben altijd stroschoenen aan), en hier en daar zag men paarden snuivend liggen waar ze bezweken waren onder hun zware last.
Tegen 11 uur waar wij op een aanzienlijke hoogte gekomen is, waar ik bleef wachten op de mathematische instrumenten die wat achtergebleven waren. Dr. Bürger ging vooruit om de barometer te vullen voor een hoogtemeting van dit gebergte. Hier hadden wij in het westen uitzicht op de berg Fuji. In het noordoosten zagen we een tamelijk uitgebreid zoetwatermeer dat ongeveer 500 voet lager lag dan waar wij stonden. Het was omringd met tamelijk hoge bergtoppen en liep door in de dalen van deze bergen. Tot mijn grote spijt voerde de weg ons nu omlaag – want ik dacht dat Fakoni, de meeste aanzienlijke plaats in dit gebergte, op de hoge rug van dit gebergte zou liggen. Om bij dit dorp te komen, moesten we echter naar beneden. Ik kwam er vlak voor 12:00 aan.
Ik bepaalde gelijk de middaghoogte en vond voor Fakoni 122º 65’. Het weer was bijzonder gunstig, de hemel, die volgens opgave van verschillende reizigers altijd in nevel gehuld zou zijn, maakte het echter mogelijk om deze interessante waarneming van de geografische ligging van deze gebergte keten te maken. Ondertussen was de barometer gevuld. Hij gaf volgens verschillende waarnemingen 26” aan bij een temperatuur van 50° F [10° C]. Ook deed Dr. Bürger proeven met kokend water en ontdekte da het kookpunt ongeveer 3° lager was.
Ik had verschillende levende planten verzameld, waarbij onder andere een zeer welriekende Daphne zat.


Welriekende daphne; Daphne odora Thunb. collectie NHN

Hier werd ik verrast door een verzameling die ook uit het gebergte kwam, en die gemaakt was op bestelling van mijn vriend Dr. Tsioan, die, zoals reeds opgemerkt is, slechts acht dagen vanuit Miako vooruit gereisd was. Uit de genoemde gewassen selecteerde ik de mij onbekend voorkomende voor aanplant in Deshima. Dicht bij het dorp Fakoni ligt de beroemde wacht van dit gebergte, de Hakonenogobansjoo als de sleutel voor de keizerlijke residentie die zo aangelegd is, dat alles wat uit de zuidelijke provincies naar de hoofdstad trekt dit smalle punt moet passeren. Na het eten trokken we onbezorgd door deze wacht: met uitzondering van de 3 leden van het gezantschap, moest iedereen de draagstoelen verlaten en de wachtpost te voet passeren. Bij de ingang van de rondom met een sterke muur verdedigde vesting werd de linker deur van onze norimono geopend, NB door onze bedienden; dit gebeurt om te kijken dat er geen vrouwen of wapens in gesmokkeld worden. Zo worden wij op ede zelfde wijze behandeld als de landsvorsten, die ook de enigen zijn die in hun draagstoelen mogen blijven zitten.
De weg gaat nu vanuit het gebergte langzamerhand naar beneden, steil en doorgaans geplaveid met gladde stenen, hetgeen de voortgang heel moeilijk maakte en dat nog meer voor ons met onze gladde schoenen. Hier aan de noordkant van het gebergte was de rechterkant van de weg met een zwart bos van hoge bomen bedekt waaronder ik aan de vruchtkapsels, want doorgaans waren de hoge bomen bladloos, grote beuken opmerkte: De vegetatie was hier veel weelderiger dan aan de zuidwestkant, en ik vond verschillende mij tot nu toe onbekende gewassen in bloei staan. Links waren hoge steile bergen, waar vers bronwater tussen de rotsblokken opsproeide dat zich in de diepte verzamelde in een ruisende beek waarin ik enkele levende vissen zag.
Via deze moeizame weg bereikten wij eindelijk het dorp Hata, beroemd door het snoeperige en kunstig bewerkte houtsnijwerk. In een zeer aardig ingericht huis, vonden we het beste van alle hier vervaardigde artikelen tentoongesteld met een waarde van duizenden. – Het zijn vooral huishoudelijke voorwerpen en andere voor dagelijks gebruik en luxe dienende artikelen die zijn ingelegd, gevlochten, en gelakt, met ruwe boomschors, schelpen, om kort te gaan bewerkt volgens de smaak van deze natie. – Bijna aan de voet van het gebergte werden we verrast door een klein romantisch gelegen zeer proper landhuis van een van de rijkste kooplieden uit Edo; de vader een tachtigjarige grijsaard en zijn zoon, waren met bovengenoemde Peter van Stolp hierheen gekomen om ons te ontvangen – beide mannen zijn grote vrienden van de Hollanders [de zoon is prins van Nakats]. Ook hier had Dr. Tsooan opdracht gegeven om planten en andere naturaliën te verzamelen, en ik kreeg enige planten, mossen, zwammen en verschillende levende salamanders die vers verzameld waren uit beken van dit gebergte. Na een kort oponthoud braken we op, bekeken in het dorp Jumoto een zelfde soort winkel, met een zeer mooie uitstalling van de bovengenoemde waren en kwamen daarna, bij het licht van fakkels, tegen 10 uur in de avond aan in Odowara. Ik had tot hier lopend door het gebergte getrokken en moest nu, omdat ik helemaal uitgeput was, afzien van het ook zo nodige onderzoeken en ordenen van mijn naturaliën. –Geognosie van het gebergte Dr. Bürger.

zondag 6 april 2008

6 april
Met heerlijk voorjaarsweer vertrekken we uit Kambara en deden een lengtemeting in het dorp Iwamutsimura. Genieten van een prachtig uitzicht op de berg Fuji waarvan een derde met sneeuw bedekt is. Worden over de nog tamelijk gezwollen Fusigawa rivier gezet in eigenaardige vaartuigen die zeer hoge wanden hebben, waar ik zelfs de bovengenoemde bijvrouw van de landheer van Satsuma die slechts vergezeld werd door haar kamermeisje, passeerde terwijl ze instapte in haar norimono. Vrouwen om van te houden. Ik neem de vrijheid om door mijn kumakits, mijn aardige bediende, de dame een handvol ringen en haarversierselen aan te laten bieden, die ze met genoegen aanneemt, terwijl ze haar bediende vraagt een tegengeschenk te geven.


Fujigawa en de berg Fuji, uit Nippon

Op de linkeroever van de Fusigawa, waar zich geleidelijk de voet van de beroemde Fuji verheft, deed ik een meting met mijn sextant die een hoogte van 8º44” aangaf. De afstand naar de top vanaf het dorp Motoitsiba over de zigzag slingerende weg wordt aangegeven als …. Japanse mijlen. De top die nu eens bedekt is met wolken, dan weer helder schittert door de sneeuw, was doorgaans toch lager als de wolken aan de horizon. In het westen en het zuiden ging de berg over in een tamelijk uitgebreide vlakte die rijk was aan vruchtbare rijstvelden. doorsneden door de landweg, waar we ons naar een oud gebruik bij het dorp Mtoitsiba in een daarvoor bestemde boerderij een weliswaar armoedige omgeving, maar met rijke gastvrijheid, de nationale karaktertrek van de Japanners, verfristen met reeds klaargemaakte gerechten en met uit de sneeuw van de Fuji bereidde sake (die net zo bevroren was als onze eigen sake). We zetten onze reis naar Josiwara voort door enkele onbeduidende dorpjes waar wij het middagmaal gebruikten. Oude vrienden van de Hollanders waaronder de lijfwacht van de prins van Nakats, die grote weldoener van de Hollanders. waren hier naartoe gekomen om ons te verwelkomen.


Ardisia japonica

Hier hoorde ik, dat er in Hara een zeer beroemde botanische tuin was. Daarom ging ik met Dr. Bürger te voet vooruit om deze tuin wat op ons gemak te kunnen bezichtigen. We kwamen langs een meer aan de voet van de berg ……? -- en bereikten na enige uren de beroemde tuin. Inderdaad is dit de mooiste en rijkste tuin aan sier gewassen, naar Japanse smaak verzameld en geordend, die ik hier in dit land tot nu toe gezien heb. Bij de ingang verheffen zich op houten terrassen en aparte stenen in bloempotten kunstig tot dwergen gevormde sparrenboompjes. De zo geliefde Armeniaceen, Kersen, Pyrus japonica en Pyr. Baccat.


Chaenomeles japonica

Primula’s, Asarum, orchideeën stonden in geregelde rijen op de grond. Hier een groep azalea’s—daar Camelia’s en Sasankwa, die kleine, uit steen gehouden, met Gardenia radicans en varens overgroeide kweekvijvers met goud karpers beschaduwden. – (verdere uiteenzetting) – De meest geliefde overblijvende tuin- en siergewassen, zoals pioenrozen, lelies, primula’s, Chrysanthemum, Lychnis soorten, waren in afzonderlijke bedden geplant en hier en daar zag men eenjarige gewassen opkomen.


Lychnis coronata Thunb. ex Murray, uit Flora Japonica

Ontelbare mooie soorten en ondersoorten van de esdoorn vormden prachtige heggen die zich door de bladeren die net aan het uitkomen waren, in veelvoudige kleurschakeringen toonden. In het midden van de tuin stond een mooi tuinhuisje met aan de zijkanten trappen van hout en steen waarop bloempotten met de zeldzaamste planten waaronder Andromeda’s, Nandia’s, Ngaeya’s en dergelijke te zien waren. Ook was er een winterhuis waarin ook nu nog een rijke verzameling van Bladhia’s, Orontium, Asarum, opgekweekt in Liukiu, beschermd werden tegen de kou. In een andere richting leidde een wandelbos met eiken, Taxus, Cypressen,Thuja’s, kersen en Armeniaceen, naar een elegant en comfortabel prieeltje, dat omgeven door de meest geliefde struiken en bomen in ieder jaargetijde een aangenaam verblijf verschafte. Tegen de avond komen we aan in Numats waar we overnachtten.


Acer

zaterdag 5 april 2008

5 april
We hadden nog maar net het bericht ontvangen dat men op geen enkele manier over de fusigawa rivier kon komen en dat zelfs de vrouw van de landheer van Satsuma en de bagage van een andere vorst in plaatsjes in de buurt wachtten op het afnemen van de waterhoogte, en we waren net bezig met het op orde brengen van onze naturaliën en dierenhuiden en met het vullen van de barometer om hier op het zeestrand niet ver van de voet van het Fakoni gebergte waarvan we de hoogte wilden onderzoeken, enkele metingen te doen, toen we te horen kregen dat onze gezant aandrong op een spoedig vertrek. Hoewel de Japanners veel bezwaren naar voren brachten, moesten we na een half uur hals over kop opbreken voor een nauwelijks drie mijl lange reis naar het dorp Kamberra, want verder konden we in geen geval, en zo verloren we onze kostbare tijd.
We trokken op de bergweg door de dorpen Kurasawa en Teraomura, waar men in de meeste huizen papier maakte uit Daphne papyrifera.


Edgeworthia chrysantha Lindl (Daphne papyrifera), collectie NHN

Veel plaatsen in deze bergstreek waren beplant met deze mooie en nuttige plant: men teelt ze op uit zaad. ’s Winters worden de grootste stengels dicht bij de wortels afgesneden en ontdaan van der Schälfe voor het vervaardigen van het papier. Deze wordt dan op dezelfde manier als het papier van de moerbeiboom gereinigd en toebereid en slechts met rijstwater en Manihot wortel gebonden. Hier zag ik zelf papiermakers [aan het werk]. In een langwerpige vierhoekige kast genaamd kamifume werd de melkkleurige zeer verdunde massa bewaard. Met een schepmachine, die lijkt op de Europese, waarvan de bodem gemaakt is van dunne bamboelamellen die met tussenruimten van ongeveer anderhalve duim breed zijn doorvlochten met fijn bindgaren. Na het omroeren van de massa, dompelde de arbeider dit gereedschap (su[?]…), onder en liet de papierbrij er nogmaals over- en aflopen totdat de gewenste dikte van de opgevangen massa is bereikt. De bewegelijke rand van de schepmachine wordt er dan afgenomen en de bamboemat wordt omgekeerd zodat de papiermassa onder komt te liggen. De bamboemat blijft zo enkele minuten liggen, waarin het natte papierblad door zijn eigen gewicht er van scheidt – . Zo worden in de loop van het werkproces de vellen papier op elkaar gestapeld, die daarna onder druk gezet worden door een er bovenop gelegde plank die met een steen verzwaard wordt. Hierna worden de vellen er een voor een behoedzaam afgenomen en door middel van een ook uit bamboe gemaakte borstel –een strijker – (hake genoemd) platgestreken op gladde sparrenplanken en in de zon gedroogd. De kant van het papier die op de plank vastgeplakt zit wordt het gladst. De houtnerf structuur van de plank is er heel dun in afgedrukt. Er is een opvallend groot contrast tussen de eenvoudige bereidingswijze van het papier zoals dat hier gebeurt en de ingewikkelde fabrieksmatige Europese bereidingswijze. Het hier naar verhouding grote verbruik van papier is alleen maar mogelijk omdat van de kunst van het maken van papier door de in principe eenvoudige techniek zo algemene verbreid is.
NB Over de Okitsu rivier hadden de Japanners haastig een brug geslagen met zware bokken (zoals bij de steigers die gebruikt worden door metselaars), waarover dikke planken werden gelegd. De op- en afgang worden gevormd door een dam gemaakt van zakken met stenen. Ik dacht dat in geval van nood ook de Ooigawa en andere grote rivieren op deze manier overgestoken zouden kunnen worden.

vrijdag 4 april 2008

4 april.
We verlaten Futsju om 7 uur. Het regent hard. We trekken in oostelijke richting door lange, met armzalige huizen bezette straten: ik ontdekte maar weinig en dan nog kleine winkeltjes met de bovengenoemde koopwaar; daarnaast was het opvallend aan de huizen vaak 12 en meer kwartels in kleine kooitjes te zien hangen. Er wordt hier met deze vogels uitgebreid handel gedreven met andere provincies en naargelang de kwaliteit van de zang wordt er voor deze vogels vaak 1 tot 2 kobang betaald. – Ik liet enkele van de slechtste, en daarom het best in de veren zittende, zangers voor een zacht prijsje kopen om er balgen van de laten maken.

Het landschap waar we nu doorheen trokken, was tamelijk vlak en ging in het noorden over in bergen die nu in nevelen gehuld waren en in het zuiden lagen naar de kust aflopende rijstvelden en de gebruikelijke graansoorten. De ene in rijen van kunstmatige terrassen, de andere op de horizontale vlakten, afgewisseld met bamboebosjes, die vaak met andere houtsoorten gemengd waren. Bij het dorp (…?) was gedempt ruisen van de zee te horen, waarna ik via zijwegen naar het strand liep. Hier kon ik de Chinese jonk voor anker zien liggen in de baai Miwonomatsubara. Het strand zat vol met klippen waar de zee sterk bruisend tegenaan sloeg. Afgezien van wat Fucus, vond ik hier niets bijzonders
Ik kwam nog door enkele dorpen waar ik enige krabben van opvallende grootte en een vers gevangen Diomidea kocht.
Tegen 12 uur kwamen we aan in Okitsu. Tot mijn grote genoegen hoorde ik hier dat de Okitsugawa rivier waarover we wederom door dragers gebracht moesten worden, door de heftige regen zo gezwollen was dat hij met geen mogelijkheid te bewaren was. Hierdoor kregen we wat rust en de tijd voor het nazien en ordenen van mijn tot nu toe verzamelde naturaliën.
Tegen de avond kregen wij bezoek van de opperbanjoost, die zich meer dan een uur in onze werkkamer ophield, waarbij we door het tonen van enkele merkwaardige tot nu toe verzamelde naturaliën en afbeeldingen van natuurhistorische objecten en een gepast onderhoud over de hoge stand van de natuurwetenschappen in Europa zijn toch al grote interesse voor ons onderzoek opnieuw probeerden te stimuleren, waarbij ik de zaak een zodanige wending gaf dat voornamelijk de uit ons onderzoek komende voordelen voor de Japanners zelf het beste belicht werden. Hij was in het bijzonder verbaasd over enige chemische proeven met reagentia waarbij we enkele experimenten deden met Kal. boruss, op ijzer en met Argentum nitricum op kalk.
Bij het weggaan wenste hij mij veel geluk met het feit dat ik vandaag toch eindelijk enige rust had gevonden om te herstellen van de grote vermoeienissen van de laatste tijd—waarop ik hem tegenwierp: dat ik dat aan de Japanse riviergoden te danken had,-- “ja” zei hij lachend “de Japanse goden begunstigde u meer als -- -- -- -- , maar er komt nog een andere grote rivier, de Fusigawa: misschien kunt u daar ook wat rust vinden”.

donderdag 3 april 2008

de 3de april
Tegen 6 uur verlaten we Fusieda, een tamelijk grote plaats waarvan de slecht onderhouden huizen een geringe welstand deed vermoeden. Op de straten werden ruwe vellen van verschillende soorten haaien en roggen te koop aangeboden. Japanners kunnen de vellen van de meeste kraakbeenvissen zoals haaien, roggen en steuren voortreffelijk bewerken, en de scheden en handgrepen van hun sabels worden voornamelijk daarvan gemaakt, de eerst genoemde fijn afgeslepen en gelakt in veel kleuren, de laatst genoemde ruw en grofkorrelig. Het zijn echter met name de door Nederlanders en Chinezen hierheen gebrachte roggevellen die bij de Japanners in hoog aanzien staan (Zijn ze een monopolie van de keizer? Welke zijn het meest gezocht? Hoeveel kosten de beste?) – Ook komen er uit Matsmai op Jezo verschillende visvellen, waaronder die van de sterrensteur, Acipenser stellatus L., bijzonder veelgevraagd/gezocht is.
Nu voerde de weg, die steeds maar smaller werd, omhoog naar het met dichte bossen bedekte Utsunomijama gebergte, waar een weelderige vegetatie de zeldzaamste gewassen van de mij tot nu toe bekend geworden flora zich voor en over mij uitspreidde. Ik verzamelde een Osyris, Lindera, Skimmiaen enkele mij vreemd voorkomende geslachten voor nader onderzoek. Ook kreeg ik hier een ondersoort van de tanuki en werd er een muilwolf gevangen, die tamelijk goed van de Europese te onderscheiden is door de kleur van zijn vel en zijn grootte.


Skimmia japonica

Tegen elf uur kwamen we aan in Mariko, waar we de middagmaaltijd gebruikten. Daarna gingen we verder naar Futsju.
Bij het dorp Awegawamura staken bij de Awegawa rivier over, waar we op dezelfde wijze als beschreven bij de oigawa, overgezet werden.


De oversteek bij Oigawa, uit Nippon

Het was vandaag kouder dan gisteren 48° F.[8,3° C], en ik verwonderde me erover deze geharde lieden te zien bibberen van de kou terwijl men mij verzekerde dat ze in de winter zelf minder van de invloed van de koude te lijden hadden dan op dit moment, waarop ze zich eigenlijk aan de rivier konden warmen.
Vlak hierna kwamen we aan in Futju, waar we te voet door de lange straten gingen om het hier zo beroemde werk van de houtwerkers en metselaars te bekijken. Deze plaats is door het hele rijk beroemd vanwege uit bamboe gevlochten, uiterst kunstig bewerkte mandjes en dergelijke en verschillende van meerdere en vaak kostbare houtsoorten vervaardigd huisgerei en andere lakwerk, poppen, bewerkte stenen en dergelijke. In de namiddag bracht men ons een grote hoeveelheid van dit soort handwerk, dat inderdaad alle lof voor bewonderenswaardige kunstvlijt verdient maar deze handelslieden overvragen de waarde van hun goederen eindeloos, en men kan zonder verlegen te worden doorgaans een kwart daarvan bieden.
Zelden gebeurt er in dit eeuwige eentonige berustende rijk iets nieuws, maar zojuist hoorde ik dat er ongeveer 60 dagen geleden bij Okits, slechts enkele mijlen hiervandaan, een Chinees schip (jonk) gestrand zou zijn door een grote navigatiefout van deze zeelieden, die gewoonlijk in 18 tot 12 dagen overvaren van Saho naar Nagasaki. Behalve voor het repareren en de het klaarmaken van hun noodzakelijke tuigage werd het de bemanning niet toegestaan aan wal te komen, en ze liggen nu klaar om over een paar dagen uit deze baai naar Nagasaki gesleept te worden, want Nagasaki is de enige haven van Japan waar de vreemde naties mogen binnenlopen en handel drijven.
Men zal zich verwonderen, dat ik het hier heb over het slepen van een schip over een afstand van verschillende lengte- en breedtegraden, maar de strenge wetten van dit Rijk laten het niet toe de reis van mensen van een vreemde natie naar de keizerlijke handelsplaats op een andere manier voort te laten zetten. Er zouden aan boord van het schip ook enkele Japanners zijn die eerder op de kunst van China gestrand zijn.


Skimmia japonica

woensdag 2 april 2008

Zondag de 2de april.
Vandaag trokken we door het Nitsitakatooge gebergte, dat verderop Sajonokajama genoemd wordt, waar oude fabelachtige sagen verteld worden over een klok die bij het aanslaan aan degene die er om vroeg geld gaf, over een steen (gesteente), die vroeger in het midden van de weg lag en huilde, en over een dier, wiens blik dodelijk was voor de reiziger, en dergelijke Ook tegenwoordig worden wandelaars hierover nog geïnformeerd door te koop aangeboden gedenkplaatjes en afbeeldingen die enige inkomsten verschaffen aan bedelaars en monniken. De bergbewoners leken me zeer arm en schenen zich in de armzalige dorpen die aan de landwegen liggen, voornamelijk in hun levensonderhoud te voorzien door het verkopen van etenswaren. We daalden af bij het dorp Kanaja waar de uit het gebergte razende rivier de Ooigawa zich vanuit een brede bedding splitst in smalle maar snel naar zee stromende armen. De 10 straten brede met rolstenen bedekte bedding verraadt dat deze rivier soms hoog aanzwelt. Over de afzonderlijke terug in de bedding verzonken, zeer snel stromende rivierarmen zijn of kunnen geen bruggen geslagen worden: ook kunnen er geen vaartuigen gebruikt worden voor het overzetten. Daarom worden mensen en lasten door speciaal hiervoor geharde flinke kerels op schouders en draagbaren overgezet, waarbij al naar gelang de omstandigheden 2 tot 12 of zelfs meer personen elkaar afwisselend ondersteunend, de draagstoelen en andere lasten op hun schouders overbrengen waarbij ze in hun strijd met de stroom vaak tot aan hun nek in het water staan.
We hadden eerder op de dag in het dorp Nitsisaka lengtewaarnemingen met de chronometer gedaan, en nu lukt het ons juist op de rechteroever van deze rivier de middaghoogte te nemen. Daarna gaven wij ons in onze in de tussentijd op draagbaren bevestigde norimono over aan de stroom vertouwend op de zekere voeten van onze luidkeels schreeuwende Tritonen. Deze geoefende dragers maakten onze oversteek, die bij het ontbreken van deze woeste stromen trotserende gewoonte werkelijk gevaarlijk schijnt te zijn, zeer gemakkelijk. Personen werden gewoonlijk op de schouders van een flinke drager, die door een tweede of derde ondersteund werd, overgezet. Personen uit hogere kringen op kleine of grotere draagstoelen gezet. De dragers zelf moeten ongelooflijk gehard zijn, om in ieder jaargetijde, bijna naakt op een kleine schaambedekking na, het de hele dag vol te houden in deze gevaarlijke bedrijfstak. – Ze verdienen er 80-96 sen mee al naar gelang de hoogte van de stroom. Ik noem dit beroep gevaarlijk, omdat mij verzekerd werd, dat, als iemand door de schuld van de dragers een prooi van de stroom werd, de drager met de dood worden bestraft, en dit gebeurt van tijd tot tijd.
Hierna hielde we in Simada middagrust en kwamen na vier uur aan in Fusieda, waar we overnachtten. In de verte zagen we in het gebergte rook opstijgen. Men zei dat het een vulkaan was die vroeger ook zwavel uitgestoten zou hebben.

dinsdag 1 april 2008

Zaterdag de 1ste april,
We zetten in de morgen onze reis naar Kakegwa voort, houden middag rust bij Mitsuke en komen met heftig regenweer tegen 6 uur aan in Kakagawa. We kwamen langs een grote van koren gemaakte poort genaamd torii, en twee vuurtorentjes Goosinto en Toro die ook van koren gemaakt waren.* (Beschrijving daarvan: deze Godenpoorten zijn de zuilen van de Japanners). Deze poorten wijzen weg naar de tempels en zijn vaak mijlen daarvandaan opgericht. De tempel waar deze [poort] naartoe voert heet Akiwasan Daigongen. Dat betekent herfst – (Wa voor ha) blad – berg – groot – streng – deugd. Hier ligt een vroegere gezant begraven Hemy. *Over het in Japan algemeen gebruikte waspapier.


Fragment uit Siebolds aantekeningen