zaterdag 23 april 2011

Uit de Algemene inleiding

Het is bijna niet mogelijk een vreemdeling een idee te geven van de grote hoeveelheid winkels, en hem de aangename aanblijk van die magazijnen te doen beseffen, die allersierlijkst en zindelijk gerangschikt open en bloot aan de straat, zoveel mensen lokken, om aan hun kooplust of nieuwsgierigheid te voldoen.

De ambachtslieden die hun nering mede aan de straat uitoefenen, beginnen hun arbeid bij het krieken van de dag en zijn zeer ijverig in hun broodwinning, terwijl de vrouw voor het huishouden zorgt, en met weven of een andere bezigheid nog enig onderhoud wint.

De stille of particuliere woningen zijn dicht en hebben vaak de vensters voor het onderste gedeelte met houten latten of tralies beschoten. Aan de huizen van aanzien vindt men een voorplaats of bassecour, die rondom met een muur of een houten beschutting van de straat is afgescheiden. Dit voorplein behoort met éénvormige keistenen belegd te zijn, en dient tot een vertoefplaats voor het gevolg van iedere hoge beambte, waarbij gewoonlijk een loods of een ander bijgebouw met brede luifels dient om een schuilplaats te geven aan de draagstoelen en bedienden. Japanners kennen geen olieverf, en ook geen gebakken steen, maar door een compositie van klei tussen houten ramen gekneed en daarna bestreken met een verfijnde specie in kalk gemengd, krijgt het toch het aanzien van stenen muren, die veelal met een schutting van planken is beschermd tegen regen en lucht. De daken zijn met pannen belegd, net als in Europa, en bij de boeren met stro of spaanders bedekt. Daar Hierna, onder het hoofdstuk van de huishouding, zal ik de verdere richting van de woningen verklaren.

Geen opmerkingen: