dinsdag 15 april 2008

Zaterdag 15 april.
’s Avonds een feestelijk bezoek van de landheren van Nagats en Satsuma, krijgen mooie geschenken. De vorsten brengen het grootste deel van de avond bij mij door, zich onderhoudend met muziek, gezang, boeken, instrumenten en dergelijke. De oude landheer vraagt me of ik hem vanaf nu wil beschouwen als een van mijn leerlingen in de natuur- en medische wetenschappen, en voor hem een korte samenvatting wil maken van de behandelingen van de gevaarlijkste Japanse ziekten. Hij brengt een vogel mee, waarvan ik, op zijn verzoek, gelijk een balg maak, hetgeen de grijsaard zeer veel plezier deed.


Passer montanus (L), collectie Naturalis

– Ik bied de vorst een kostbaar geschenk aan (porselein en bijouterieën, een caleidoscoop etc.) die hij in dank aanvaardde; de oude vorst gaf mij hierop zijn eigen waaier die hij zelf eens van de Mikado als geschenk had gehad. De beide vorsten hadden mij vroeger al eens geconsulteerd – voelden zich nu veel beter. – De bijvrouwen van deze heren, waaronder zich de moeder van de huidige Keizerin bevond, waren zelfs ook meegekomen en wij boden hen onze resterende Europese galantheid om ze te onderhouden. Ik speel gitaar – fortepiano – we dansen. Ik had de eer geconsulteerd te worden door een van de voornaamste van deze vrouwen, die een verharding in haar rechterborst had. Men had er bezwaar tegen dat ik die ontbloot zou onderzoeken, maar ik volharde in mijn standpunt dat ik als vrouwenarts die vrijheid moest hebben en had het geluk als eerste Europeaan de borst van een Japanse vorstin te mogen aanraken.

Geen opmerkingen: