maandag 14 februari 2011

Omdat het verslag van Van Overmeer Fisscher niets vermeld over de tijd waarin de stoet in Shimonoseki verblijft (14 tot 22 Februari), zal vandaag worden begonnen met het hoofdstuk over Deshima.

Decima De factorij van de Nederlanders in Japan.



De ligging tegen de stad Nagasakki, waarvan wij slechts door een smal kanaal van ongeveer 30 voet breed zijn afgescheiden, maakt, dat men aan die kant weinig uitzicht heeft, temeer, daar de hele walkant die met huizen is bebouwd, het uitzicht op de straat, de Jedomatsi [Edomachi], wegneemt. Maar daarentegen heeft de gehele overige omtrek van het eiland een vrij uitzicht zowel over de baai, als landwaarts. De baai is altijd levendig, en er heerst een gedurige beweging van vaartuigen. Aan de linkerkant heeft men uitzicht op een bergachtig gedeelte van de stad, en ook op heerlijke akkers en dorpen, die zich in het verschiet verliezen.
In de brede straat van het eiland, die met een kleine bocht van de waterpoort tot het andere einde loopt, liggen de huizen van de Hollandse ambtenaren, die ieder een afzonderlijke woning hebben. Deze ambtenaren zijn; een Opperhoofd, een Pakhuismeester, een Scriba of boekhouder voor de handel, een Geneesheer, vijf Assistenten of Klerken en twee Pakhuisknechts. De Nederlandse regering geeft de tafel, en zij verenigen zich, met uitzondering van de Pakhuisknechts, hiervoor tweemaal daags bij het Opperhoofd, die een zeer groot en goed getimmerd gebouw bewoont dat vooral ook zo ruim is ingericht, om er de Japanse Groten naar behoren te kunnen ontvangen. De overige huizen zijn naar de rang der bewoners minder groot en van meer of minder gemakken voorzien, naarmate zij die willen bekostigen. Meestal gebruikt men het benedenhuis als bergplaats, en het bovenhuis als woning. Behalve dat deze straat aan weerszijden ook met pakhuizen tussen de woonhuizen is aangevuld, staan er ook langs de heiningen of paggers [omheining van bamboe] enige gebouwen als pakhuizen en woningen tot verblijf van de Japanse tolken, van de Ottona’s [otona]of Burgemeesters van het eiland, van de zogenaamde Kasserossen [uit het Portugees?] of huisbazen (in het Japans kfoemi gasira [kumigashira] genoemd), en van de wachten van het eiland, terwijl er ook nog een plek grond overblijft, die behalve de koeienkraal, twee tuinen bevat, waarbij een ruim gebouw staat , dat gewoonlijk gebruikt wordt voor het nieuwe opperhoofd, als hij aankomt om zijn voorganger af te lossen.

Geen opmerkingen: