woensdag 9 februari 2011

De 9e vroor het sterk; alle rijstvelden waren met ijs bedekt. We waren 's morgens met lantaarns op weg gegaan, en kwamen nu in het gebied van Fizeeng [Hizen], waar we enkele soldaten meekregen als geleide. We passeerden de grote kamferboom in het gehucht Odan [Oda] de stam van deze boom is helemaal hol en het is bekend dat er 12 mensen in kunnen zitten sackineren [sake drinken].



Men ziet aan de buitenkant in de stam uitgehouwen een beeld van de God Kwanon [Kannon], en overal in de boom zijn prentjes en briefjes met namen geplakt.



We gebruikten het middagmaal in Oetsoetsoei [Ushitsu], en kwamen in de namiddag door Saga, de hoofdstad van het landschap Fizeeng. Deze plaats is meer dan 1 uur gaans lang en beroemd wegens haar mooie vrouwen. ‘s Avonds kwamen wij in Kansaki [Kanzaki] en we overnachtten aldaar in de tempel Sinsoki [Shinkōji] van de Ikosju- [Ikkōshū] sekte.

Geen opmerkingen: