zaterdag 12 februari 2011

De 12e. Hoewel we afgesproken hadden om vroeg te vertrekken, was er op het afgesproken uur niemand klaar, waarschijnlijk door de grote vermoeienissen van gisteren. Wij gingen te voet, met een paar dienaars vooruit, en legden de hele weg tot Kokura, die vijf uur lang is, te voet af, alwaar wij de eerste van de trein waren. De weg liep eerst door fraaie sparrenbossen, en naderhand, langs een bergachtige gedeelte, naar de zeekant, waar men de prachtigste uitzichten op het grote eiland Nippon heeft. Kokura, de zetel van de Landsheer, is een grote stad, met een kasteel, zeer vrij gelegen aan het kanaal, dat de eilanden Nipon en Kiusju [Kyūshyū] van elkaar scheidt, op een afstand van ongeveer 60 mijlen, of uren gaans, van Nagasaki. De inwoners zijn gewend, de Hollandse geneesheer hier over hun ziekten te raadplegen, en inderdaad, in de namiddag wordt het huis gevuld met allerhande lijders, die zoveel mogelijk verpleegd en met geneesmiddelen begiftigd werden.

Geen opmerkingen: