dinsdag 22 februari 2011

De tolken zijn over het algemeen niet zo bedreven in de Hollandsche taal. Zij spreken het buiten de negotietijd weinig, en schrijven nog minder in die taal. Ook wordt men niet meer gevraagd, dan de gouvernementsorders verstaanbaar over te brengen, en door hun tussen komst de behandeling van de zaken te bespoedigen, waartoe geen grote talenkennis vereist wordt. Al het wetenschappelijke wordt door Japanse geneesheren in Jedo oneindig beter begrepen, omdat deze er zich met meer belangstelling op toeleggen. Maar niettemin moet ik een iutzondering maken voor enige van onze tolken, zoals de heren JOZIWO GONOSKE [Yoshio Gonnosuke], SENSAYMON[Jinsaemon], SAKFSABRO [Sakusaburō], TJUZERO [Chūjirō], TITNOSKE [Tesunosuke], en KINSAYMON, [Kinsaemon], die te ijverig en in de taal te kundig zijn, om niet speciaal vermeld te worden als geschikte taalmannen.


De tolk Sakusaburo. Uit: Nippon.

Het hele beheer van de Hollandse met Chinese zaken is toevertrouwd aan de gouverneur van Nagasakki. Hij is met zijn leven verantwoordelijk voor onze personen en handelingen, en vandaar dat wij meer beperkt zijn, dan anders het geval zou zijn; want het hof kan zich op die grote afstand niet met huishoudelijke inrichtingen bemoeien. Het hof doet zijn gezag alleen in bijzondere gevallen gelden, zoals bij het bepalen van de kopertax, de verhoging van de prijzen, of dergelijke belangrijke gevallen. Maar daarbuiten is er geen contact, dan door tussenkomst van de genoemde gouverneur, die op zijn beurt zijn burgemeesters, de commissarissen van de Geldkamer en het tolkencollege gebruikt om de zaken onmiddellijk met ons te regelen en af te doen.

Geen opmerkingen: