maandag 7 februari 2011

In Omura, [Ōmura]de hoofdplaats van het landschap met dezelfde naam, gebruikten wij de volgende dag, 7 februari, het middagmaal.













Op de grens van het landschap stonden een paar soldaten, om ons te begroeten, en de toeloop van volk was hier zodanig, dat er zelfs in het logement geweld gebruikt moest worden om de mensen tegen te houden, hoewel zij alleen uit nieuwsgierigheid elkaar verdrongen om ons te zien, zonder ons of elkaar met die woestheid en onbescheidenheid te bejegenen, die men dikwijls bij soortgelijke gelegenheden onder de lagere klassen van de Europeanen aantreft. Wij overnachtten in Sonogi, en overal waar wij 's avonds aankwamen werd gewoonlijk met de Opperbanjoost en de tolken overlegd welke afstand wij de volgende dag zouden afleggen. Dit gebeurt echter meer volgens oud gebruik, dan uit noodzakelijkheid, en dient ook om de goede vriendschap te onderhouden, en de gelegenheid te hebben die heren te onthalen op een glas punch, want de reis is reeds zo vaak gedaan, dat de verdeling van de middag- en nachtherbergen gewoonlijk dezelfde blijft.

Geen opmerkingen: