zaterdag 26 februari 2011

26e 's morgens het anker vallen te Moero [Muro], nadat wij in 45 uren 117 mijlen afgelegd hadden. Wij werden uitgenodigd om te overnachten in het vertoefhuis van de Landsheer, en deden vervolgens een wandeling naar de tempel Muro na Miosin [Muro no Myōjin], die prachtig tegen de berg gelegen is, en uit verschillende schitterende gebouwen bestaat, waaronder vijf tempeltjes of kapellen zijn die naast elkaar liggen en zich bijzonder onderscheiden omdat ze prachtige gevels met snij- en verguldwerk hebben.


Het tempelcomplex Muro no Myōjin. Uit: Nippon.

Voor elk van deze tempels stond een offerkist, en de deuren waren met kostbaar koper beslagen en van een groot slot voorzien, dat zoals men zei door de Dayrie [Dairi] was verzegeld, omdat deze kapellen relikwieën van voorname heiligen zouden bevatten. Men vindt in een van de galerijen van de tempel, onder vele andere pronkstukken, een groot schilderij van twee Hollandse schepen in volle zee, dat door een zekere koeliemeester, JISKI [Gisuke] genaamd, in het jaar 1804 aan de tempel geschonken werd. Daarna bezochten wij de tempel Zjowoenzi [Jōunji] waar men het graf vindt van een zekere TOMOGIMI [Tomogimi], de eerste onkuise Japanse vrouw, en deden nog enige grote wandeling in de nabijheid van en door Moero, een plaats die ook beroemd is vanwege het fraaie lederwerk, dat de stad en de omstreken opleveren.

Geen opmerkingen: