Donderdag de 16de febr.
Vertrek uit Isahaja om 7 uur – te voet gegaan –. Veel theeplantages tussen Isahaja en Zusuta.
Theeplantage
Thea sinensis L.
– tegen ½12 uur Omura – namen ’s middags een breedtemeting. Na het eten bracht men ons de oesters die de meest gewaardeerde parels van Japan leveren: de vindplaats van deze conchiliën is Wutsiwumi.
Pareloester uit de verzameling van Von Siebold, Collectie Naturalis
Vastgegroeid aan kleine rotsblokken komen zij voor tot op een diepte van 1-20 vadem {2 – 40 m}. Hoe dieper ze leven, des te groter de parels zijn die ze voortbrengen. De oesters zelf worden sodegai (sode = mouw, gai = mossel) genoemd. Wij aten ze gebraden en Dr Bürger vond echt een parel. Men onderscheidt twee soorten gintama, de witte en kintama, de gele. De pokken (Variolae) worden in de streek Omura niet geduld – wanneer kinderen ermee besmet worden, dan worden ze naar onbewoonde bergen gebracht en ze moeten vaak zelfs de streek uit (Ik heb vroeger stoeten gezien van mensen die aan het herstellen waren.) omdat volwassenen ook nog besmet kunnen worden en eraan kunnen bezwijken. Ook bewonderden wij een door bergmonniken (Jamabos’) gespannen stro-touw dat diende om besmettelijke ziekten (jakujoke no sime) af te weren.
Parels zijn het monopolie van de landheren. Prachtig uitzicht op de baai van Omura langs de weg bij Matsubara (veld met sparrenbomen). Aankomst in Sonoki. Temperatuur 52 {11,1º C}, mooi weer, hygrometer 40°. Een groot deel van de kust is begroeid met riet (Toojosi).
Het strand bij Sonogi - Kawahara Keiga, Collectie Volkenkunde
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten