maandag 8 maart 2010

Woensdag 8.

Wildden eene verandering in de dagreizen maken, Slechts zoo dat wij den Vierden dag in Ozaka doch in Stede van 'S middags eerst 'S avonds zouden aankomen, waartegen echter de Tolken volgens hunne gewoonten vele redenen bijbrachten, mij echter de enige ware reden verzwijgende, zijnde dat de Opp.Banjoost nog dien dezelfde dag bij den Gouvr moet gaan en het dan daartoe misschien al te laat zou worden. Ik droeg hen echter op het goedvinden van de zelve daarop te vernemen. Zij gingen en kwamen na een half Ure terug mij thans de gemelde zwarigheid wegens den Opp Banjoost voordragende. Ik zegde hem dat zij mij zulks eerder hadden behooren te zeggen, daar zij het toch reeds voor lange geweten hadden, dat ik zulks alleen toeschreef aan hun oogmerk om mij bij den Opp Banjoost te doen voorkomen, als wilde ik mij aan zijne directie der reis niet onderwerpen. Dat ik daarom na den eten, zelf bij dien Ambtenaar zou gaan, om hem daarover te spreken, hun opdragende hem daarvan te verwittigen.

– Ik ging op den gez[egde] tijd bij den Opp Banjoost, welke dezelfde zwarigheid opperde, waarom ik hem liet zeggen dat ik ten einde hem geene moeijelijkheid te dien opzigt te veroorzaken, gaarne mijn voornemen opgaf en de gewone dag reizen zou afleggen.

Wij gingen vervolgens door den Stad wandelen en de Tempel Moeronomiosin [Muro Myojin Yahiro] bezigtigen aan den Priester waarvan ik een boontje liet geven.

Geen opmerkingen: