dinsdag 9 maart 2010

Donderdag 9.

Vertrokken om Acht Uren ’S morgens, aten in Sjosio [Shojo] en Sliepen in Fimesie [Himeji] , wij reisden door zeer goed bebouwde vlakte. Overal in dit Landschap heerscht eene verwonderlijk goede policie. Het volk zoowel in de Steden Moero en Fimesi als op het Land, knielden of zat het volk neder. Ofschoon sommigen ons op een’ verren afstand zagen voorbijtrekken wierd hun door de policie Dienaaren die den Trein vooruitgingen en verselden, bevolen neder te zitten, en wanneer zij het hoofd bedekt hadden, – zich te ontdekken. Zelf moesten den kleine kinderen nederzitten. Den weg wierd overal Schoongemaakt.

Geen opmerkingen: