maandag 7 juni 2010

Woensdag 7.

Vetrokken om een uur en kwamen om zeven ik kon om den verre afstand die te voet moest afgelegd worden, niet den Keizerlijke Tempel bezigtigen. – Ik bezag alleen eene zeer groote klok die in de voorhof staat en ging volgens Kapittel naar een zogenaamd Theehuis, om het overige gezelschap af te wachten. Daar ik zag tot mijne bevreemding dat het slechts uit eene loots bestond, aan alle kanten open, en daar ik het beneden mijn waardigheid achtte mij daar aan eene opzettelijke daartoe bij een gevleide menigte ten toon te stellen, bleef ik een mijnen Norimoro zitten, en gaf mijn ontevredenheid daarover den Tolken te kennen. – Ik bezag vervolgens de Tempel (Daiboeto) of zogenaamde Tempel der 3330 beelden, dien ik met moeite half afging en vertrok naar Foesimi waar wij bezoek kregen van eenige Miakosche Doktoren, die ons tot daar hadden uit verzeld. – Om half tien ‘S avonds gingen wij naar boord, ik van eene zeer vrij fraaie en wel ingerigte bark en de twee overigen Heeren in eene andere, ieder met onze Dienaren, terwijl de Opp. en Onder banjoosten en Opp: en mindere Tolken in andere bark gingen. Wij zakten de rivier af en

Geen opmerkingen: