woensdag 21 mei 2008

de 21ste
Onze woning lag vlak bij zee zodat men het sterke bruisen van de zee duidelijk kon horen; een harde wind en regen gaf de hele nacht weinig hoop op een gunstige doortocht van het Fakonische gebergte. Maar met het aanbreken van de dag was het weer veranderd en we verlieten Otawara op een bijna zwoele morgen. Mijn oude vriend Toknai had mij vanaf Edo tot hier begeleid, en nu, op de brug Samaibas bij Jamasaki nam deze dappere verdienstelijke grijsaard afscheid. Hier gingen wij omhoog in het gebergte over een met ongelijke stenen geplaveide weg. Afwisselende schitterende uitzichten. Kleine restaurantjes. – De meeste geslachten van Thunberg in bloei. Sansjoouwa [sansho uwo, de reuzensalamader.] wordt hier als geneesmiddel verkocht.


Ongepubliceerde plaat van de door Siebold meegebrachte reuzensalamander

Sainokawara1; een sekte van Boeddha-priesters. De God Dsiso; een mooie cypressenlaan loopt to aan de zee, de keizerlijke wacht uit Hakone niet bijzonder versterkt. Slecht bezet. Aankomst in Fakone […?…]. – De barometer staat op 26’1. Thermometer 71°, hygrometer 49. aan de voet [van de berg] ongeveer 50. – Verlaten na 3 uur het stadje Fakone, dat dieper ligt. Stegen nog wat hoger, doen bij de grenspaal van Iga en Sakami nog een waarneming, die 25’5 was. – Komen bij het invallen van de nacht heel moe aan in Misima. De betrokken hemel maakte het onmogelijk een lengtemeting te doen. –

Geen opmerkingen: